7 Onderhoud
7.19 Onderhoud en verzorging van aanbouwgereedschap
Belangrijke aanwijzingen voor het onderhoud en de verzorging van hulpwerktuigen
7.20 Onderhoud van opties
7.21 Zuivering van uitlaatgassen
7.22 Conservering van het voertuig
7-50
Voor een gebruik zonder storingen en een maximale levensduur van de
aanbouwgereedschappen zijn een vakkundige verzorging en onderhoud
onontbeerlijk. De smeer-, onderhouds- en verzorgingsaanwijzingen in de
overeenkomstige handleidingen van de aanbouwgereedschappen in acht
nemen.
Alle ogen regelmatig door een erkende vakwerkplaats laten controleren.
•
Voertuig-hefogen
•
Hulpwerktuig-hefogen
•
Hulpwerktuig-lasthaak
•
Sjorogen
•
Takelogen
Ogen of lasthaak met ontoelaatbare slijtage, defect veermechanisme etc.
direct door een erkende vakwerkplaats laten vervangen.
Niet beschikbaar.
Elk voertuig ontvangt in de fabriek een gedeeltelijke conservering (bijv. in
de motorruimte). Een gebruik in het bereik van agressieve middelen (bijv.
zoutopslagplaatsen) is niet toegestaan.
BA E16 nl* 1.0 * E16_10_710.fm