Inhoudsopgave
Advertenties
BA E16 nl* 1.0 * E16_10_500.fm
WAARSCHUWING
Knelgevaar door het omkantelen van het voertuig!
Het omkiepen van het voertuig kan leiden tot ernstig letsel en zelfs de dood.
► Het armsysteem 20-30 cm (8-12 in) van de vloer optillen en centraal
naar voren uitlijnen.
► Bij noodgevallen het armsysteem direct neerlaten voor meer stabiliteit.
► Hellingen alleen op draagkrachtige en vlakke ondergrond berijden.
► Rijsnelheid aanpassen aan de heersende omstandigheden.
► Letten op personen en obstakels.
► De stabiliteitsgrenzen van het voertuig in acht nemen (maximale
stijgingshoek 15°, maximale zijdelingse hellingshoek 10°).
► Bergop- en bergafwaarts alleen in rijstand 1 rijden.
► Niet achteruit bergafwaarts rijden.
► Ledematen mogen niet uit het voertuig steken.
► Toegestane laadvermogen niet overschrijden.
► De bovenwagen en het armsysteem mogen bij het bergop- en
bergafwaarts rijden met een beladen hulpwerktuig niet worden
gedraaid resp. gezwenkt.
► Diagonaal rijden is verboden.
Stenen en vocht van de bovenlaag van de bodem kunnen de tractie en
stabiliteit van het voertuig beïnvloeden.
Op een stenige bodem kan het voertuig naar opzij wegglijden. Op oneffen
terrein kan het voertuig eventueel aan stabiliteit verliezen.
Op een zachte ondergrond zakt het voertuig weg resp. komen de
loopwerkkettingen vast te zitten. Dat vergroot de voertuighoek (maximale
stijgingshoek en maximale zijdelingse hellingshoek) en het voertuig kan
kantelen.
Valt de motor bij bergopwaarts of bergafwaarts rijden uit, dan de
stuurhendel direct in de neutrale stand zetten en de motor weer starten.
Bij het bergop of bergaf rijden zeker letten op het volgende:
•
De rijhendel in de directe buurt van de nulstand houden.
•
Langzame en gedoseerde rijbewegingen uitvoeren.
•
Abrupte rijbewegingen vermijden.
•
Motortoerental reduceren.
Het voertuig kan zelfs op gering stijgende hellingen wegglijden als het op
gras, bladeren, vochtige metalen vlakken, bevroren bodem of ijs komt.
Bediening 5
5-9
Advertenties
Inhoudsopgave
