Statusbalk
A
Regel met de functietoetsen van het weergege-
B
ven menu
Weergave/sluiten van het submenuvenster
C
Weergave van het infotainment-bedieningscen-
D
trum
Bediening
LET OP
Gevaar voor beschadiging van het beeldscherm!
De bediening van het infotainmentbeeldscherm
▶
vindt plaats door een lichte aanraking met de
vingers.
De bediening is in principe vergelijkbaar met die van
een mobiele telefoon.
De volgende bedieningen zijn infotainmentspecifiek.
Aantippen
Wachtfunctie
Twee vingers naar boven of naar beneden slepen
Twee vingers uit elkaar trekken
Functie of menupunt
▶
selecteren.
Op de kaart inzoomen.
▶
Lijsten snel doorlopen.
▶
2D/3D-kaartweergave
▶
wijzigen.
Op de kaart inzoomen.
▶
Infotainment Columbus ›
Twee vingers naar elkaar toe trekken
Twee vingers draaien
Indrukken en ingedrukt houden
Gebarenbediening
Enkele infotainmentmenu's kunnen met handgeba-
ren worden bediend.
ling kan een herkend gebaar akoestisch en geani-
meerd worden bevestigd.
Bedieningshulp weergeven
›
aantippen.
Instellingen
De instelling van de volgende basisfuncties van het
beeldscherm vindt plaats in het menu
scherm.
Beeld van de beeldschermachtergrond
▶
Helderheidsniveau van het beeldscherm.
▶
Uitschakelen van het beeldscherm.
▶
Weergave van de tijd.
▶
Bevestigingsgeluiden en animaties.
▶
Beeldscherm
91
Op de kaart uitzoomen.
▶
Kaart draaien.
▶
Bepaalde infotainment-
▶
menu's met de optie
vrijgeven om deze ver-
volgens naar een ande-
re plaats op het beeld-
scherm te verplaatsen.
›
De gebarenbediening
vindt plaats door de
hand langzaam onge-
veer 8 cm boven de
onderzijde van het
beeldscherm heen en
weer te bewegen.
Afhankelijk van de instel-
Beeld-