88 Infotainment Swing ›
›
De aanwijzingen op het infotainmentbeeldscherm
opvolgen en de Bluetooth®-koppeling bevestigen.
›
Indien een andere apparaat met het infotainment is
verbonden, het te vervangen apparaat selecteren.
Apple CarPlay - Verbinding via wifi vanuit het mo-
biele apparaat
Voor de verbindingsopbouw moet aan de volgende
voorwaarden zijn voldaan.
✓ De minimaal vereiste iOS-versie is 9.
✓ Er is geen ander mobiel apparaat via SmartLink
verbonden.
✓ In het infotainment is de wifi- en Bluetooth®-
functie ingeschakeld.
›
Op het mobiele apparaat de CarPlay-functie in-
schakelen.
›
De toets
op het multifunctiestuurwiel ingedrukt
houden.
Op het infotainmentbeeldscherm wordt een mel-
ding weergegeven over de verbinding met de
naam van de Bluetooth®-eenheid van het infotain-
ment.
›
Beschikbare Bluetooth®-apparaten op de telefoon
opzoeken.
›
De Bluetooth®-eenheid van het infotainment kie-
zen.
›
Eventueel de PIN bevestigen.
›
Op het infotainmentbeeldscherm het verbindings-
type Apple CarPlay selecteren.
Apple CarPlay - Verbindingsverbreking
›
In het hoofdmenu Apple CarPlay de functietoets
"ŠKODA" aantippen.
›
aantippen.
Android Auto - Verbinding via USB
›
Het infotainment inschakelen.
›
Het mobiele apparaat inschakelen.
›
Het mobiele apparaat via een kabel aansluiten op
de voorste USB-ingang.
›
De verbinding via Android Auto selecteren.
Android Auto - Verbinding via wifi vanuit het info-
tainment
›
Mobiele apparaten aantippen.
›
Het gewenste apparaat in de lijst met beschikbare
apparaten kiezen.
›
Het Bluetooth®-handsfreeprofiel selecteren.
›
De PIN bevestigen, evt. ingeven en bevestigen.
›
Indien een andere apparaat met het infotainment is
verbonden, het te vervangen apparaat selecteren.
›
In de lijst met bekende apparaten het gewenste
apparaat met het symbool
Android Auto - Verbindingsverbreking
›
In het hoofdmenu Android Auto
SKODA" aantippen.
SmartLink
selecteren.
"Return to
›
aantippen.
MirrorLink - Verbinding via USB
›
Het infotainment inschakelen.
›
Het mobiele apparaat inschakelen.
›
Het mobiele apparaat via een kabel aansluiten op
de voorste USB-ingang.
›
De verbinding via MirrorLink selecteren.
MirrorLink - Verbinding via wifi vanuit het infotain-
ment
›
Op het mobiele apparaat wifi en de zichtbaarheid
inschakelen.
›
De wifi-hotspot van het infotainment in het menu-
punt
Wifi WLAN hotspot inschakelen.
›
In de lijst met beschikbare wifi-apparaten het info-
tainment-wifi opzoeken.
›
Het vereiste wachtwoord ingeven.
›
Op sommige mobiele apparaten moet de commu-
nicatie tussen het apparaat en het infotainment in
de notificatiebalk van het mobiele apparaat worden
bevestigd.
›
Mobiele apparaten aantippen.
›
In de lijst met beschikbare apparaten het gewen-
ste apparaat met het symbool
MirrorLink - Verbindingsverbreking
›
In het hoofdmenu MirrorLink aantippen.
›
aantippen.
Wisselen naar een ander apparaat / verbindingsty-
pe
Met het infotainment kan worden gewisseld tussen
de momenteel verbonden apparaten of het verbin-
dingstype.
›
In het hoofdmenu SmartLink aantippen.
›
Het gewenste apparaat of het verbindingstype kie-
zen.
selecteren.