Snelheidsbegrenzer
Werking
De snelheidsbegrenzer regelt de maximum rijsnel-
heid overeenkomstig de ingestelde snelheidslimiet.
Als bij bergafwaarts rijden de grenswaarde wordt
overschreden, de wagen met het rempedaal afrem-
men.
Statusweergave op het display van het instrumen-
tenpaneel
brandt - De snelheidsbegrenzer is geactiveerd
Bij het starten van de regeling wordt
ven en de ingestelde grenswaarde getoond.
brandt - De regeling is actief
knippert - De ingestelde limiet is overschreden
Werkingsvoorwaarden
✓ De rijsnelheid is hoger dan 30 km/h.
Bediening
Variant zonder snelheidsregelsysteem
A
Begrenzer activeren (regeling inactief)
Begrenzer deactiveren
Regeling onderbreken (tegen de veer-
druk in)
B
Regeling weer hervatten
C
Regeling met de actuele snelheid starten /
limiet verlagen
Als er geen snelheidslimiet is ingesteld, wordt de actuele snelheid als snelheidslimiet ingesteld.
1)
Bestuurdershulpsystemen ›
Variant met snelheidsregelsysteem
A
weergege-
B
C
D
Aanpassing van de snelheidslimiet met de toetsen
B
Door indrukken in stappen van 1 km/h.
Door ingedrukt houden in stappen van 10 km/h.
Variant met ACC
1)
/ limiet verhogen
Snelheidsbegrenzer
Snelheidsregelsysteem activeren (voorwaar-
de voor de aansluitende activering van de be-
grenzer)
Om de snelheidsbegrenzer te activeren, de
toets
indrukken en in het instrumentenpaneel
D
het menupunt Snelheidsbegr. selecteren.
Begrenzer deactiveren
Regeling onderbreken (tegen de veer-
druk in)
Regeling weer hervatten
Regeling met de actuele snelheid starten /
limiet verlagen
Menu van de hulpsystemen weergeven - Mo-
gelijkheid om tussen het snelheidsregelsysteem
en de snelheidsbegrenzer om te schakelen
Door om te schakelen naar het snelheidsregel-
systeem wordt de regeling onderbroken.
en
C
ACC activeren (voorwaarde voor de aanslui-
tende activering van de begrenzer). Om de
139
1)
/ limiet verhogen