Reserve- en noodreservewiel
Overzicht
Reservewiel
De afmetingen van een volwaardig reservewiel ko-
▶
men overeen met de afmetingen van de op de wa-
gen gemonteerde wielen.
En niet-volwaardig reservewiel is van een waar-
▶
schuwingssticker voorzien die op de velg is aange-
bracht. Dit wiel is bedoeld voor het bereiken van de
dichtstbijzijnde specialist.
Een niet-volwaardig reservewiel op de maximaal
voorgeschreven spanning brengen.
Noodreservewiel
Een noodreservewiel is van een waarschuwingsstic-
ker voorzien die zich op de velg bevindt. Dit wiel is
bedoeld voor het bereiken van de dichtstbijzijnde
specialist.
Een noodreservewiel is aanzienlijk smaller dan af fa-
briek gemonteerde wielen.
Wiel bij wagens zonder soundsysteem
verwijderen en aanbrengen
Het reserve- of noodreservewiel is in de bagage-
ruimte in een kuip onder de bodembekleding of vari-
abele bagageruimtevloer bevestigd.
Verwijderen
Aanbrengen
›
Het wiel met de buitenzijde naar onder in de kuip
leggen.
›
De bevestigingsriem door de tegenoverliggende
openingen in de velg trekken.
›
De borgmoer tot de aanslag erop draaien.
›
De box met het wagengereedschap in het wiel aan-
brengen en met de riem vastzetten.
›
De bevestigingsriem
losmaken en de box
met het wagengereed-
schap verwijderen.
›
De borgmoer eruit
draaien.
›
Het wiel verwijderen.
Wielen ›
Reserve- en noodreservewiel
Wiel bij wagens met soundsysteem
verwijderen en aanbrengen
Verwijderen
Aanbrengen
›
Het wiel met de buitenzijde naar onder in de kuip
leggen.
›
De lagetonenluidspreker aanbrengen.
›
De borgmoer tot de aanslag erop draaien.
›
De stekker op de lagetonenluidspreker aansluiten.
›
De borglip
borgen.
A
›
De box met het wagengereedschap aanbrengen en
met de riem vastzetten.
Wiel verwisselen en wagen met de krik
omhoogbrengen .
Waarop letten
Vóór het verwisselen
›
De wagen veilig parkeren en tegen wegrollen be-
veiligen.
›
De motor afzetten.
›
Alle passagiers laten uitstappen. Tijdens het ver-
wisselen van een wiel moeten de passagiers zich
naast de weg ophouden, bv. achter de vangrail.
›
Alle portieren, de motorkap en achterklep sluiten.
›
Indien een aanhangwagen is aangekoppeld, dan de-
ze afkoppelen.
171
›
De bevestigingsriem
losmaken en de box
met het wagengereed-
schap verwijderen.
›
De borglip
gedeel-
A
telijk eruit trekken.
›
De vergrendelingsknop
indrukken en de stek-
ker losmaken.
›
De borgmoer eruit
draaien.
›
De lagetonenluidspre-
ker verwijderen.
›
Het wiel verwijderen.