60 Verwarming en airconditioning ›
Beslagen ruiten
›
Het ventilatortoerental verhogen, de koelfunctie
inschakelen en de luchtverdeling op de voorruit
zetten.
Zelfstandig in-/uitschakelen van de koelfunctie
Bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur kan de
koelfunctie automatisch uitschakelen. Hierdoor
wordt een voldoende motorkoeling gegarandeerd.
Automatische airconditioning
Climatronic
Waarop letten
We adviseren een verschil van max. 5 °C tussen de
▶
buitentemperatuur en de interieurtemperatuur aan
te houden.
Een keer per jaar wordt een desinfectie van de air-
▶
conditioning aanbevolen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor condensvorming!
De ventilator altijd ingeschakeld laten.
▶
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen!
In de circulatiefunctie is er geen toevoer van buiten-
lucht. Dit kan leiden tot verminderde aandacht en het
beslaan van de ruiten.
De circulatiefunctie slechts kortstondig ingescha-
▶
keld laten.
Werking
Uitleg van de afzonderlijke functies van de Climatro-
nic.
Automatische regeling
De automatische regeling houdt de temperatuur
constant en voorkomt het beslaan van de ruiten.
Slimme airconditioning
De slimme airconditioning is de automatische rege-
ling met vooringestelde voorkeuze-opties.
Koelfunctie
Bij ingeschakelde koelfunctie worden de tempera-
tuur en de luchtvochtigheid in de wagen verlaagd.
Door het inschakelen van de koelfunctie wordt het
beslaan van de ruiten voorkomen.
Circulatiefunctie
In de circulatiefunctie wordt voorkomen dat veront-
reinigde buitenlucht in het interieur van de wagen
komt.
Air Care
Geldt voor het infotainment Swing.
Automatische airconditioning Climatronic
De Air Care-functie voorkomt het binnendringen van
schadelijke stoffen in het interieur. Tegelijkertijd
wordt de lucht gecirculeerd en gereinigd.
Voor de correcte werking moeten de portieren en
ruiten gesloten zijn.
De functie wordt door aantippen van de functietoets
Activeren in het bedieningsmenu van de aircondi-
tioning gestart/uitgeschakeld.
Het luchtreinigingsproces wordt weergegeven in het
infotainment.
Air Care
Geldt voor het infotainment Columbus.
De Air Care-functie voorkomt het binnendringen van
schadelijke stoffen in het interieur. Tegelijkertijd
wordt de lucht gecirculeerd en gereinigd.
Voor de correcte werking moeten de portieren en
ruiten gesloten zijn.
De functie wordt door aantippen van de functietoets
Air Care in het bedieningsmenu van de airconditio-
ning gestart/uitgeschakeld.
Het inschakelen van de functie wordt aangegeven
door de groene verkleuring van de functietoets Air Ca-
re.
Het uitschakelen van de functie wordt aangegeven
door de witte verkleuring van de functietoets Air Care.
Na het uitschakelen van de functie blijft de func-
tietoets Air Care nog een bepaalde tijd groen branden.
Werkingsvoorwaarden van de koelfunctie
✓ De buitentemperatuur is hoger dan 2 °C.
✓ De motor draait.
✓ De ventilator is ingeschakeld.
Bediening
Menu voor de bediening van de airconditioning
›
onder het infotainment indrukken.
Of:
›
resp.
mentbeeldscherm aantippen.
Het volgende menu wordt weergegeven.
Slimme airconditioning met vooringestelde
voorkeuze-opties weergeven
Klassieke instelling van de airconditioning
weergeven
Air Care
Overige instellingen van de airconditioning
in de statusregel van het infotain-