Instellingen
De helderheidsinstelling van de schakelaar- en in-
strumentenverlichting vindt plaats in het infotain-
ment op een van de volgende wijzen.
stelling van het helderheidsniveau wordt geopend.
›
Het helderheidsniveau met de schuifknop instellen.
Of:
›
Binnen aantippen.
›
Door een zijwaartse vingerbeweging het beeld-
scherm met het menupunt voor de binnenverlich-
ting selecteren.
›
Het menupunt voor de binnenverlichting selecte-
ren en het helderheidsniveau met de schuifknop in-
stellen.
Interieurverlichting sfeerverlichting
Gebruiksdoel
De sfeerverlichting zorgt voor een aangename sfeer
in het interieur.
De verlichting functioneert alleen bij ingeschakeld
dim- of stadslicht.
Het inschakelen van de verlichting vindt ook automa-
tisch plaats na het openen van het portier.
Bij het vergrendelen van de wagen gaat de verlich-
ting kort rood branden.
Bij het ontgrendelen van de wagen gaat de verlich-
ting kort groen branden.
Bij het openen van een van de portieren gaat de be-
treffende portierverlichting rood branden om op het
geopende portier te attenderen.
Instellingen
De instelling van de sfeerverlichting vindt plaats in
het infotainment in het volgende menu.
Verlichting, ruitenwissers en -sproeiers ›
›
De rand aan bovenzijde
van het beeldscherm
indrukken en naar be-
neden slepen.
Een venster met de
schuifknop voor de in-
Interieurverlichting sfeerverlichting
Voorkeuze-opties van de sfeerverlichting
Af fabriek ingestelde voorkeuze-opties
A
Alleen het algemene helderheidsniveau van de
▶
verlichting is instelbaar.
B
Door de gebruiker instelbare voorkeuze-optie.
De verlichtingskleur kan gezamenlijk voor het
▶
dashboard en de portieren en onafhankelijk
voor de voetenruimte worden ingesteld.
Het helderheidsniveau van de verlichting kan
▶
onafhankelijk voor het dashboard en de portie-
ren en voor de voetenruimte worden ingesteld.
C
Automatische voorkeuze-optie
De kleur en de helderheid veranderen automa-
▶
tisch afhankelijk van de geselecteerde rijmo-
dus.
Uitschakelen van de verlichting
D
Instelling van het algemene helderheidsniveau
E
Instelling van de kleuren en het helderheidsni-
F
veau voor de voorkeuze-optie
Instelling van de kleur voor de voorkeuze-optie
Tabblad voor de instelling van de kleuren of het
A
helderheidsniveau
Optie voor de uniforme verlichtingskleur
B
De kleurinstelling vindt plaats met de schuif-
▶
knop
.
E
Optie voor de tweekleurige verlichting
C
De kleurinstelling voor het dashboard- en por-
▶
tiergedeelte vindt plaats met de schuifknop
De kleurinstelling voor de voetenruimte vindt
▶
plaats met de schuifknop
Optie voor de tweekleurige verlichting
D
55
.
E
.
F