Lengte van de zitting handmatig instellen
Voorstoel - elektrisch bediend
Bedieningselementen van de stoel
Zitting instellen
Rugleuning instellen
Lendensteun instellen
Stoelen, stuurwiel en spiegels ›
›
De ontgrendelings-
greep indrukken.
›
Het voorste gedeelte
van de zitting naar vo-
ren of naar achteren
schuiven.
In lengterichting ver-
A
stellen
Hoek instellen
B
Hoogte instellen
C
Hoek instellen
A
Positie van de wel-
A
ving instellen
Bolling van de wel-
B
ving instellen
Voorstoel - elektrisch bediend
Lengte van de zitting handmatig instellen
Geheugenfunctie van de stoelen
Werking
Geldt voor wagens met elektrisch verstelbare be-
stuurdersstoel.
Met de geheugentoetsen op de bestuurdersstoel
kan de ingestelde bestuurdersstoel- en buitenspie-
gelstand worden opgeslagen en weer worden opge-
roepen.
Afhankelijk van de uitrusting kan ook de bijrijders-
stoel over de geheugenfunctie beschikken.
Bediening
Opgeslagen stand oproepen
›
Bij uitgeschakeld contact en geopend bestuurder-
sportier de gewenste geheugentoets indrukken.
›
In andere gevallen de toets ingedrukt houden, bv.
bij ingeschakeld contact of gesloten bestuurder-
sportier.
De stand van de bijrijdersstoel is op vergelijkbare wij-
ze oproepbaar.
Standverandering stoppen
›
Bij uitgeschakeld contact en geopend bestuurder-
sportier een willekeurige toets op de in te stellen
stoel indrukken.
Of:
›
De toets
op de sleutel indrukken.
›
In andere gevallen de ingedrukte geheugentoets
loslaten.
37
›
De ontgrendelings-
greep indrukken.
›
Het voorste gedeelte
van de zitting naar vo-
ren of naar achteren
schuiven.