Bij de montage van een kinderzitjesbevestigings-
systeem altijd het volgende in acht nemen:
O Altijd het toepassingsgebied en de geschikt-
heid van zitplaatsen voor bevestiging van een
kinderzitjesbevestigingssysteem in acht
nemen.
ISOFIX-kinderzitjesverankering
(
pagina 67)
/
of
i‑Size-kinderzitbevestiging (
O Altijd de montage- en gebruikshandleiding
van de fabrikant van het gebruikte kinderzit-
jesbevestigingssysteem in acht nemen.
O Ervoor zorgen dat de voeten van het kind de
voorstoel niet kunnen raken. Indien nodig de
voorstoel iets naar voren instellen.
® Bij de montage van een ISOFIX-kinderzitjes-
bevestigingsysteem ook het volgende in acht
nemen:
O Bi Bij g j gebr
ebruik v
uik van een baby
an een babysc schaal v
haal van de
ge gewic
wichtsgr
htsgroep 0/0+ en een naar ac
oep 0/0+ en een naar acht hter eren en
g g er eric icht kinder
ht kinderzitjesbev
zitjesbeves estigingssyst
tigingssysteem v
de ge
de gewic
wichtsgr
htsgroep I op een zitplaats ac
oep I op een zitplaats acht hter erin: in:
De voorstoel zodanig instellen, dat deze het
kinderzitjesbevestigingssysteem niet raakt.
O Bi Bij g j gebr
ebruik v
zitjesbeves estigingssyst
zitjesbev
gr groep I
oep I: Indien mogelijk de hoofdsteunen van
de betre ende stoel uitbouwen. Bovendien
moet de leuning van het kinderzitjesbevesti-
gingssysteem zo volledig mogelijk tegen de
rugleuning van de zitplaats aan liggen.
Na het uitbouwen van het kinderzitjesbevesti-
pagina 69)
/
gingssysteem de hoofdsteun direct aanbren-
gen en alle hoofdsteunen correct instellen.
O Wanneer de hoofdsteun van het kinderzitje in
aangebrachte toestand in de auto niet com-
pleet kan worden uitgeschoven, leidt dit tot
een beperking in de maximale grootte-instel-
ling bij kinderzitjesbevestigingssystemen van
de gewichtsgroepen II of III.
Contact met het dak bij volledig uitgeschoven
en vergrendelde hoofdsteun leidt niet tot een
beperking tijdens het gebruik.
an de
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag niet
onder spanning en/of getordeerd tussen het
eem van an
dak en het zitvlak worden ingebouwd. Indien
uik van een naar v
an een naar vor oren g
en ger eric icht kinder-
ht kinder-
tigingssysteem v
eem van de ge
an de gewic
wichts-
Veiligheid voor inzittenden
mogelijk de zittinghoek overeenkomstig
instellen.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag niet
hts-
door de hoofdsteun worden belast. De hoofd-
steunen overeenkomstig instellen.
° Bij de montage van een i‑Size-kinderzitjes-
bevestigingssysteem ook het volgende in acht
nemen:
O Bi Bij g j gebr
ebruik v
uik van een naar ac
an een naar acht hter eren g
derzitjesbev
der
zitjesbeves estigingssyst
tigingssysteem:
zodanig instellen dat deze het kinderzitjesbe-
vestigingssysteem niet raakt.
O Bi Bij g j gebr
ebruik v
uik van een naar v
an een naar vor oren g
zitjesbeves estigingssyst
zitjesbev
tigingssysteem:
hoofdsteunen van de betre ende stoel uit-
bouwen. Bovendien moet de leuning van het
kinderzitjesbevestigingssysteem zo volledig
mogelijk tegen de rugleuning van de zitplaats
aan liggen.
Na het uitbouwen van het kinderzitjesbevesti-
gingssysteem de hoofdsteun direct aanbren-
gen en alle hoofdsteunen correct instellen.
71 71
en ger eric icht kin-
ht kin-
eem: De voorstoel
en ger eric icht kinder-
ht kinder-
eem: Indien mogelijk de