De variabele limiter wordt in de volgende situaties
opnieuw geactiveerd:
De rijsnelheid daalt tot onder de opgeslagen
R
snelheid.
De opgeslagen snelheid wordt opgeroepen.
R
Een nieuwe snelheid wordt opgeslagen.
R
TEMPOMAT of v
TEMPOMA
T of var ariabele limit
iabele limiter bedienen
er bedienen
& W W AARSC
AARSCHUWING
HUWING Gevaar voor ongevallen
door opgeslagen snelheid
Wanneer u de opgeslagen snelheid oproept en
deze lager is dan de actuele snelheid, remt de
auto af.
Rekening houden met de verkeerssituatie
#
voordat de opgeslagen snelheid wordt
opgeroepen.
V V oorw
oorwaar
aarden
den
TEMPOMAT
De TEMPOMAT is geselecteerd.
R
®
R
Het ESP
is ingeschakeld, maar mag niet
regelen.
De rijsnelheid bedraagt minimaal 20 km/h.
R
De transmissie staat in de stand h.
R
Variabele limiter
De variabele limiter is geselecteerd.
R
TEMPOMAT of v
TEMPOMA
T of var ariabele limit
iabele limiter bedienen:
#
tuimelschakelaars van de stuurwielbedienings-
eenheid omhoog of omlaag in de gewenste
stand drukken.
Omsc
Omschak
hakelen tussen TEMPOMA
elen tussen TEMPOMAT en v
limiter er
limit
TEMPOMAT select
TEMPOMA
#
schakelaar h selecteren.
V V ar ariabele limit
iabele limiter select
#
tuimelschakelaar È selecteren.
%
Auto's met actieve afstandsassistent
DISTRONIC: De variabele limiter wordt via een
andere toets gekozen (
TEMPOMA
TEMPOMAT of v
De tuimelschakelaar
#
omlaag N drukken.
De actueel gereden snelheid wordt opgesla-
gen en door de auto aangehouden (TEMPO-
MAT) of begrensd (variabele limiter).
of
er bedienen: De
Rijden en parkeren 191
T en var ariabele
iabele
T selecter eren:
en: Met de rechter tuimel-
er selecter eren:
en: Met de rechter
pagina 195).
/
T of var ariabele limit
iabele limiter activ
er activer eren en
1
omhoog M of
191