52 52
Veiligheid voor inzittenden
Altijd controleren of zich geen voorwer-
#
pen tussen de airbag en de inzittende
bevinden.
Om risico's als gevolg van de in werking tredende
airbag te vermijden moet elke inzittende met
name de volgende aanwijzingen in acht nemen:
De stoelen voor aanvang van de rit correct
R
instellen, de bestuurders- en passagiersstoel
zo ver mogelijk naar achteren.
Daarbij altijd de informatie over de correcte
stand van de bestuurdersstoel in acht nemen
(
pagina 105).
/
Het stuurwiel alleen aan de stuurwielrand
R
vasthouden. Op deze wijze kan de airbag
ongehinderd worden opgeblazen.
Tijdens het rijden altijd tegen de rugleuning
R
leunen. Niet naar voren buigen en niet tegen
het portier of de zijruit leunen. Anders bevindt
u zich in het ontplooiingsgebied van de air-
bags.
De voeten moeten zich altijd op de vloer
R
bevinden. Uw voeten bijvoorbeeld niet op de
cockpit leggen. Anders bevinden uw voeten
zich in het ontplooiingsgebied van de airbag.
Wanneer kinderen in de auto worden meege-
R
nomen, de aanvullende aanwijzingen in acht
nemen (
pagina 61).
/
Voorwerpen altijd correct opbergen en beveili-
R
gen.
Voorwerpen in het interieur kunnen het correct
functioneren van een airbag in gevaar brengen.
Elke inzittende moet altijd met name de volgende
punten in acht nemen:
Er mogen zich geen andere personen, dieren
R
of voorwerpen tussen de inzittenden en de
verschillende airbags bevinden.
Er mogen geen voorwerpen tussen de stoel en
R
het portier als ook de deurstijl (B-stijl) liggen.
Er mogen geen harde voorwerpen zoals kle-
R
dinghangers aan handgrepen of kledinghaken
hangen.
Er mogen geen accessoires zoals mobiele
R
navigatiesystemen, mobiele telefoons of
bekerhouders in het ontplooiingsgebied van
een airbag zijn aangebracht, bijvoorbeeld op
de cockpit, aan portieren, zijruiten of zijbekle-
dingen.
Bovendien mag geen aansluitkabel, spanband
of bevestigingsriem in het ontplooiingsgebied
van een airbag lopen of worden bevestigd.
Altijd de montagehandleiding van de fabrikant
van het accessoire in acht nemen, in het bij-
zonder ook de aanwijzingen met betrekking tot
een geschikte montageplaats.
Er mogen geen zware, scherpe of breekbare
R
voorwerpen in de zakken van uw kledingstuk-
ken aanwezig zijn. Dergelijke voorwerpen op
een geschikte plaats opbergen.
Beperking v
Beper
king van he
an het besc
t bescher
hermingspot
mingspotentieel v
airbags
airbags
& W W AARSCHUWING
AARSCHUWING Gevaar voor letsel door
wijzigingen aan de afdekking van een air-
bag
Als u de afdekking van een airbag wijzigt of
voorwerpen, bijvoorbeeld ook stickers, hierop
aanbrengt, kan de airbag niet meer zoals
bedoeld functioneren.
entieel van de
an de