194 Rijden en parkeren
194
3
Afstandsschaal
4
Ingestelde voorgeschreven afstand
P P er ermanent
manente st
e statusindicatie v
atusindicatie van de actieve
an de actieve
afstandsassist
afst
andsassistent DIS
ent DISTR TRONIC
ONIC
k (wit): actieve afstandsassistent
R
DISTRONIC geselecteerd, ingestelde voorge-
schreven afstand
k (witte auto, groene snelheidsmeter):
R
actieve afstandsassistent DISTRONIC actief,
ingestelde voorgeschreven afstand, geen voer-
tuig herkend
k (groen): actieve afstandsassistent
R
DISTRONIC actief, ingesteld voorgeschreven
afstand en voertuig herkend
r: Routegebaseerde snelheidsaanpassing
R
actief (
pagina 198)
/
De opgeslagen snelheid wordt naast de perma-
nente statusindicatie weergegeven en wordt
gemarkeerd in de snelheidsmeter. Wanneer de
actieve afstandsassistent DISTRONIC passief is,
wordt de snelheid de grijs weergegeven.
%
Op snelwegen of autowegen wordt het groene
voertuigsymbool ç cyclisch weergegeven
wanneer het systeem gereed is om weg te rij-
den.
%
Wanneer u het gaspedaal tot voorbij de instel-
ling voor de actieve afstandsassistent
DISTRONIC bedient, wordt het systeem pas-
sief geschakeld. Op het instrumentendisplay
verschijnt de melding ç passief.
W W eergav
eergave in de snelheidsmet
e in de snelheidsmeter er
De opgeslagen snelheid is in de snelheidsmeter
gemarkeerd. Wanneer de snelheid van de voorlig-
ger of de snelheidsaanpassing voor de naderende
routegebeurtenis lager dan de opgeslagen snel-
heid is, gaan de segmenten in de snelheidsmeter
branden. Het instrumentendisplay gee de deacti-
vering van de actieve afstandsassistent
DISTRONIC evenals de wijziging van de opgesla-
gen snelheid vanwege de handmatige of automati-
sche overname van de toegestane maximumsnel-
heid weer.
Systeemgr
Syst
eemgrenzen
enzen
Het systeem kan bijvoorbeeld in de volgende situ-
aties mogelijk niet correct werken of buiten wer-
king zijn:
Bij sneeuw, regen, mist, veel spatwater, ver-
R
blinding, direct invallend zonlicht of sterk wis-
selende lichtomstandigheden
Wanneer de voorruit in de omgeving van de
R
camera vervuild, beslagen, beschadigd of
afgedekt is
Wanneer de radarsensoren vervuild of afge-
R
dekt zijn
In parkeergarages of op wegen met steile hel-
R
lingen
Bij smalle voorliggers, zoals etsen of motor-
R
etsen
Op gladde wegen kunnen bovendien een of meer-
dere wielen door remmen of accelereren hun grip
verliezen en kan de auto in een slip raken.
De actieve afstandsassistent DISTRONIC in deze
situaties niet gebruiken.