1
Afstand tot stuurwiel instellen
2
Hoogte instellen
De instellingen met de geheugenfunctie
#
opslaan (
pagina 120).
/
S S tuur
tuurwielv
wielverw
erwar arming in- en uitsc
ming in- en uitschak
V V oorw
oorwaar
aarden
den
De auto is ingeschakeld.
R
De hendel in de richting van de pijl
#
draaien.
Wanneer het controlelampje
stuurwielverwarming ingeschakeld.
hakelen
elen
Wanneer u de auto uitschakelt, wordt de stuur-
wielverwarming ook uitgeschakeld.
In- en uitstaphulp
In- en uitst
F F unctie v
unctie van de in- en uitst
an de in- en uitstaphulp
& W W AARSC
AARSCHUWING
bij wegrijden tijdens het instellen van de
in‑ en uitstaphulp
U kunt de controle over de auto verliezen.
Alvorens weg te rijden altijd afwachten,
#
tot het instellen beëindigd is.
& W W AARSC
AARSCHUWING
len van de in‑ en uitstaphulp
U en andere inzittenden – in het bijzonder kin-
deren – kunnen bekneld raken.
U ervan verzekeren dat er zich geen
#
1
of
2
lichaamsdelen in het bewegingsgebied
van het stuurwiel en de bestuurdersstoel
3
brandt, is de
bevinden.
Stoelen en opbergen 117
aphulp
aphulp
HUWING Gevaar voor ongevallen
HUWING Inklemgevaar bij instel-
117