502 Displaymeldingen met waarschuwings- en controlelampjes
502
Displaymelding
Displa
ymeldingen en
h
Bandenspanning corrigeren
h
Let op: band defect
Mogeli elijk jke oor
Mog
e oorzaak en/of gev
zaak en/of gevolg en
olg en
& W W AARSC
AARSCHUWING
HUWING Gevaar voor ongevallen door een te lage bandenspanning
De banden kunnen klappen.
R
De banden kunnen overmatig en/of ongelijkmatig slijten.
R
De rij-eigenschappen en het stuur‑ en remgedrag kunnen sterk nadelig beïnvloed worden.
R
U kunt dan de controle over de auto verliezen.
De geadviseerde bandenspanningen in acht nemen.
#
Indien noodzakelijk de bandenspanning aanpassen.
#
De auto op een veilige plaats stoppen.
#
De bandenspanning (
/
#
* Ten minste één band hee een te lage bandenspanning, of de bandenspanningen van de afzonderlijke banden wijken
te sterk van elkaar af.
De bandenspanning controleren en eventueel lucht bijvullen.
#
Bij een correct ingestelde bandenspanning de bandenspanningscontrole opnieuw activeren (
#
* Van één of meerdere banden daalt de bandenspanning plotseling. De wielpositie wordt weergegeven.
M M
oplossingen en
oplossing
pagina 417) en de banden controleren.
pagina 420).
/