A A an anwi wijzing
jzingen v
en voor een corr
oor een correct
ecte st
e stand v
bestuur
bes
tuurder
dersst
sstoel
oel
& W W AARSC
AARSCHUWING
HUWING Gevaar voor ongevallen
door voertuiginstellingen tijdens het rijden
U kunt in het bijzonder in de volgende situ-
aties de controle over de auto verliezen:
Wanneer u tijdens het rijden de bestuur-
R
dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel
of de spiegels verstelt.
Wanneer u tijdens het rijden de veiligheids-
R
gordel omgespt.
Voordat de auto wordt gestart: In het bij-
#
zonder de bestuurdersstoel, de hoofd-
steunen, het stuurwiel en de spiegels
instellen en de veiligheidsgordel omges-
pen.
and van de
an de
Het volgende in acht nemen bij het instellen van
het stuurwiel 1, de veiligheidsgordel
bestuurdersstoel 3:
Met inachtneming van de volgende punten zo
R
ver mogelijk van de bestuurdersairbag verwij-
derd zitten.
U zit zo rechtop mogelijk.
R
Uw bovenbenen worden licht ondersteund
R
door de zitting.
Uw benen zijn niet volledig gestrekt en u kunt
R
de pedalen goed indrukken.
Uw achterhoofd wordt op ooghoogte door het
R
midden van de hoofdsteun ondersteund.
U kunt het stuurwiel met licht gebogen armen
R
vastpakken.
U kunt uw benen vrij bewegen.
R
U kunt alle informatie in het combi-instrument
R
goed a ezen.
U hebt een goed overzicht van de verkeerssi-
R
tuatie.
Uw veiligheidsgordel ligt strak tegen het
R
lichaam aan en loopt over het midden van de
schouder en ter hoogte van het bekken zo
dicht mogelijk tegen de heup aan.
2
en de
Stoelen en opbergen 105
105