192 Rijden en parkeren
192
Met de linker tuimelschakelaar J selecte-
#
ren.
De laatst opgeslagen snelheid wordt opgeroe-
pen en door de auto aangehouden (TEMPO-
MAT) of begrensd (variabele limiter).
Wanneer daarvoor de laatst opgeslagen snel-
heid is gewist, wordt de momenteel gereden
snelheid opgeslagen.
%
Als de auto wordt geparkeerd, wordt de laatst
opgeslagen snelheid gewist.
Wanneer u de TEMPOMAT of de actieve
afstandsassistent DISTRONIC activeert, wordt
de laatst opgeslagen snelheid voor de varia-
bele limiter gewist.
Opg
Opgeslag
eslagen snelheid v
en snelheid ver erhog
hogen/v
en/ver erlag
1 km/h: De tuimelschakelaar
#
punt omhoog- M of omlaagdrukken N
of indrukken en ingedrukt houden (stappen
van 1 km/h).
of
10 km/h: De tuimelschakelaar
#
het drukpunt omhoog- M of omlaagdruk-
ken N en vasthouden (stappen van
10 km/h).
of
De auto tot de gewenste snelheid accelereren
#
en de tuimelschakelaar
M.
Herkende snelheid ov
Herk
ende snelheid over ernemen
TEMPOMAT of variabele limiter activeren.
#
Wanneer een verkeersteken werd herkend en
#
in het combi-instrument wordt weergegeven:
Met de linker tuimelschakelaar J selecte-
ren.
De toegestane maximumsnelheid van het ver-
keersbord wordt opgeslagen en door de auto
lagen en
aangehouden of overeenkomstig begrensd.
1
tot het druk-
TEMPOMA
TEMPOMAT of v
T of var ariabele limit
Met de linker tuimelschakelaar O selecte-
#
ren.
%
Wanneer u remt, het ESP
1
tot voorbij
neer het ESP
gedeactiveerd. De variabele limiter wordt niet
gedeactiveerd.
1
omhoogdrukken
nemen
iabele limiter deactiv
er deactiver eren en
®
uitschakelt of wan-
®
regelt, wordt de TEMPOMAT
Inf Infor ormatie ov
matie over de per
er de permanent
manente limit
e limiter er
Als de auto langdurig een bepaalde snelheid niet
mag overschrijden (bijvoorbeeld bij het gebruik
van winterbanden), kan dit met de permanente
limiter worden ingesteld.
In het multimediasysteem kunt u daartoe de snel-
heid op een waarde tussen 160 km/h en
240 km/h begrenzen (
pagina 193).
/
Kort voor het bereiken van de ingestelde snelheid
verschijnt deze op het instrumentendisplay. Als u
de melding bevestigt, wordt zolang de auto niet
wordt geparkeerd geen melding meer gegeven.
Een nieuwe melding verschijnt pas weer nadat de
auto opnieuw is gestart of wanneer de ingestelde
snelheid wordt gewijzigd.
Ook bij kickdown kan de permanente limiter niet
passief worden geschakeld en blij de rijsnelheid
onder de ingestelde snelheid.