126 Stoelen en opbergen
126
schuiven of rondvliegen en daardoor inzitten-
den raken. Bovendien kunnen bekerhouders,
geopende opbergvakken en houders voor
mobiele telefoons bij een ongeval de daarin
aanwezige voorwerpen niet altijd tegenhou-
den.
Er bestaat gevaar voor letsel, in het bijzonder
bij remmanoeuvres of plotselinge richtingswij-
zigingen!
Voorwerpen altijd zodanig opbergen, dat
#
ze in deze of vergelijkbare situaties niet
kunnen rondvliegen.
Altijd erop letten dat voorwerpen niet uit
#
opbergvakken, bagagenetten of opberg-
netten steken.
De afsluitbare opbergvakken voor aan-
#
vang van de rit sluiten.
Zware, harde, scherpe, breekbare of te
#
grote voorwerpen altijd in de bagage-
ruimte opbergen en beveiligen.
De aanwijzingen met betrekking tot het beladen
van de auto in acht nemen.
De sjorogen opklappen.
#
Het bagagenet
1
in de voorste en achterste
#
sjorogen bevestigen.
Contactdozen
Cont
actdozen
12V
12V-aansluiting g
-aansluiting gebr
ebruik
uiken en
V V oorw
oorwaar
aarden
den
Er zijn slechts apparaten tot maximaal 180 W
R
(15 A) toegestaan.
Afhankelijk van de uitrusting van de auto beschikt
deze over de volgende 12V-aansluitingen:
In het opbergvak in de middenconsole voorin
R
In het opbergvak in de middenconsole ach-
R
terin
12V-aansluiting in het opbergvak in de middencon-
sole voorin (voorbeeld)
Het deksel
1
van de contactdoos openklap-
#
pen.
De stekker van het apparaat aansluiten.
#
Wanneer een apparaat op de 12V-aansluiting
wordt aangesloten, het deksel van het opbergvak
geopend laten.