56 56
Veiligheid voor inzittenden
Zelfdiagnose van de aut
Zelfdiagnose v
an de automatisc
omatische uitsc
he uitschak
v v an de passagier
an de passagiersairbag
sairbag
Bij ingeschakeld contact branden beide controle-
lampjes PASSENGER AIR BAG ON en OFF tijdens
de zelfdiagnose tegelijkertijd.
Na de zelfdiagnose wordt de status van de passa-
giersairbag via de controlelampjes PASSENGER
AIR BAG weergegeven:
ON brandt:
ON br
andt: De passagiersairbag kan tijdens
R
een ongeval geactiveerd worden.
Na 60 seconden doo het controlelampje.
ON en OFF zijn g
ON en OFF zi
jn gedoofd:
edoofd: De passagiersairbag
R
kan tijdens een ongeval geactiveerd worden.
OFF brandt:
OFF br
andt: De passagiersairbag is uitgescha-
R
keld. Hij wordt bij een ongeval niet geacti-
veerd.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON
gedoofd is, gee alleen het controlelampje PAS-
SENGER AIR BAG OFF de status van de passa-
giersairbag aan. Het controlelampje PASSENGER
AIR BAG OFF kan continu branden of gedoofd zijn.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG OFF
en het waarschuwingslampje veiligheidssysteem
hakeling
eling
6 tegelijkertijd branden, mag niemand de pas-
sagiersstoel gebruiken. In dit geval ook geen kin-
derzitjesbevestigingssysteem op de passagiers-
stoel monteren. De automatische uitschakeling
van de passagiersairbag direct bij een gekwali -
ceerde werkplaats laten controleren en repareren.
S S t t atusindicatie
atusindicatie
Bij een bezette passagiersstoel vóór en ook tij-
dens het rijden de, van de situatie afhankelijke,
correcte status van de passagiersairbag controle-
ren.
N N a de mont
a de montag age v
e van een naar ac
an een naar acht hter eren g
der
derzitjesbev
zitjesbeves estigingssyst
tigingssysteem op de passagier
st stoel:
oel: PASSENGER airbag OFF moet continu bran-
den.
& W W AARSC
AARSCHUWING
HUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar door gebruik van een naar
achteren gericht kinderzitjesbevestigings-
systeem bij ingeschakelde bijrijdersairbag
Wanneer een kind in een naar achteren
gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op de
bijrijdersstoel wordt beveiligd en het controle-
lampje PASSENGER AIR BAG OFF is gedoofd,
kan de bijrijdersairbag bij een ongeval worden
geactiveerd.
Het kind kan door de airbag worden getro en.
#
#
en ger eric icht kin-
ht kin-
eem op de passagiers- s-
Bij de montage van een kinderzitjesbevestigings-
systeem op de passagiersstoel de voertuigspeci-
eke aanwijzingen in acht nemen
(
/
Afhankelijk van het kinderzitjesbevestigingssys-
teem en het postuur van het kind kan het contro-
lelampje PASSENGER AIR BAG OFF gedoofd zijn.
In dit geval mag het naar achteren gerichte kinder-
zitjesbevestigingssysteem niet op de passagiers-
stoel worden gemonteerd.
De bijrijdersairbag moet uitgeschakeld
zijn; dit controleren. Het controlelampje
PASSENGER AIR BAG OFF moet bran-
den.
NOOIT een naar achteren gericht kinder-
zitjesbevestigingssysteem op een stoel
met INGESCHAKELDE FRONTAIRBAG
gebruiken, want dat kan voor het kind
DODELIJKE of ERNSTIGE VERWONDIN-
GEN tot gevolg hebben.
pagina 77).