De handgreep
1
van het motorkapslot
#
omhoogdrukken en de motorkap tot het auto-
matisch openen met de hand optillen.
Motork
Mot
orkap sluit
ap sluiten en
De motorkap omlaagbrengen en vanaf een
#
hoogte van circa 20 cm laten vallen.
Wanneer de motorkap nog iets kan worden
#
opgetild, de motorkap opnieuw openen en met
iets meer snelheid laten dichtvallen, tot hij
correct vergrendelt.
Motor orolie
Mot
olie
Motor oroliepeil me
Mot
oliepeil met oliepeilst
t oliepeilstaaf contr
aaf controler
& W W AARSC
AARSCHUWING
HUWING Gevaar voor brandwon-
den door hete onderdelen in de motor-
ruimte
Bepaalde onderdelen in de motorruimte kun-
nen zeer heet zijn, bijvoorbeeld de motor, de
radiateur en onderdelen van het uitlaatsys-
teem.
De motor laten afkoelen en alleen de
#
hierna beschreven onderdelen aanraken.
V V oorw
oorwaar
aarden
den
De motor is voorzien van een oliepeilstaaf. Zo
R
niet, dan is een controle van het motoroliepeil
alleen mogelijk met de boordcomputer
(
pagina 380).
/
Afhankelijk van het motortype kan de oliepeilstaaf
op verschillende plaatsen in de motorruimte aan-
gebracht zijn.
De wachttijd voor de controle van het oliepeil bij
bedrijfswarme motor is vijf minuten.
oleren en
De auto op een horizontaal vlak parkeren.
#
De oliepeilstaaf
#
Onderhoud en verzorging 379
379
1
eruit trekken en afvegen.