140 Licht en zicht
140
De ruitenwisserarmen weer naar de voorruit
#
klappen.
De auto inschakelen.
#
Op de combischakelaar de toets î indruk-
#
ken (
pagina 138).
/
De ruitenwisserarmen gaan terug naar de uit-
gangspositie.
De auto uitschakelen.
#
%
De toestand van de ruitenwisserbladen regel-
matig controleren en deze vervangen bij zicht-
bare beschadigingen of blijvende streepvor-
ming.
Onderhoudsindicatie
Onder
houdsindicatie
De beschermfolie
1
van de onderhoudsindi-
#
catie bij de punt van het blad van het nieuwe
ruitenwisserblad lostrekken.
Wanneer de kleur van de onderhoudsindicatie ver-
andert van zwart naar geel, de ruitenwisserbladen
vervangen.
%
De tijd tot het veranderen van de kleur is
afhankelijk van de gebruiksvoorwaarden.
Spiegels
Spieg
els
Buit
Buitenspieg
enspiegels bedienen
els bedienen
& W W AARSC
AARSCHUWING
HUWING Gevaar voor ongevallen
door voertuiginstellingen tijdens het rijden
U kunt in het bijzonder in de volgende situ-
aties de controle over de auto verliezen:
Wanneer u tijdens het rijden de bestuur-
R
dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel
of de spiegels verstelt.
Wanneer u tijdens het rijden de veiligheids-
R
gordel omgespt.
Voordat de motor wordt gestart: In het
#
bijzonder de chau eursstoel, de hoofd-
steunen, het stuurwiel of de spiegels
instellen en de veiligheidsgordel omges-
pen.