NL
Indicatie / Storing
SENSOR-ERROR
90
SENSOR-ERROR
91 - 93
NO ROTOR OR
---
ROTORCODE ERROR
N > ROTOR MAX
---
N > ROTOR MAX
---
in Prog : bijv. 3
Runtime 00:00
---
in Prog : bijv. 3
Empty Program
---
---
Ramp Unit Time in
Prog: bijv. 3
Acc time > Run time
---
FC INIT ERROR
---
FC VERSION ERROR
---
FATAL EEPROM
1 - 5
ERROR
56/225
Reden
Fout / defect elektronica.
Fout / defect onbalanssensor.
Geen rotor ingebouwd.
Tacho defekt.
Toerental in het gekozen programma is groter
dan het maximale toerental van de rotor.
De rotor werd vervangen. De ingebouwde rotor
heeft een hoger maximaal toerental dan de
voorheen gebruikte rotor, en werd nog niet door
de rotorherkenning herkend.
Op de weergegeven programmaplaats bevindt
er zich een programma, waarvan het toerental
groter is dan het maximale toerental van de
rotor.
De rotor werd vervangen. De ingebouwde rotor
heeft een hoger maximaal toerental dan de
voorheen gebruikte rotor, en werd nog niet door
de rotorherkenning herkend.
Op de weergegeven programmaplaats bevindt
er zich een programma met continu bedrijf.
Op de weergegeven programmaplaats is er
geen programmakoppeling opgeslagen.
Op de weergegeven programmaplaats bevindt
er zich een programma met een aanloop- en/of
uitlooptijd.
De ingestelde aanlooptijd is langer dan de
looptijd.
Fout / defect elektronica.
Fout / defect elektronica.
Fout / defect elektronica.
Rev. 18 / 10.2021
Verhelpen
Een SPANNINGRESET uitvoeren.
Deksel openen.
Rotor inbouwen.
Toerental in het geselecteerde
programma controleren en
corrigeren.
Een toerental, tot het maximale
toerental van de voorheen
gebruikte rotor, instellen. De toets
indrukken, om een
START
rotorherkenning uit te voeren, zie
hoofdstuk "Rotorherkenning".
Toerental in het geselecteerde
programma controleren en
corrigeren.
Een toerental, tot het maximale
toerental van de voorheen
gebruikte rotor, instellen. De toets
indrukken, om een
START
rotorherkenning uit te voeren, zie
hoofdstuk "Rotorherkenning".
In de programmakoppeling het
programma met continu bedrijf
vervangen door een programma
met tijdinstelling.
Een programmakoppeling
oproepen.
In de programmakoppeling het
programma vervangen door een
programma met aanloop- en
remtrap.
Een aanlooptijd instellen, die korter
is dan de looptijd.
Een SPANNINGRESET uitvoeren.
AB5650NLDASVFI