Temperatuur (alleen bij centrifuge met koeling)
T/°C
Instelbaar in graden Celsius (°C) of in graden Fahrenheit (°F). Instelling van de temperatuureenheid, zie
Hoofdstuk "Temperatuureenheid instellen".
Parameter T/°C = graden Celsius (°C).
Instelbaar van -20 °C tot +40 °C, in stappen van 1 °C (bij optie Verwarmen/Koelen van -20 °C tot +90 °C
instelbaar).
Parameter T/°F = graden Fahrenheit (°F).
Instelbaar van -4 °F tot +104 °F, in stappen van 1 °F (bij optie Verwarmen/Koelen van -4 °F tot +194 °F
instelbaar).
De laagst bereikbare temperatuur is afhankelijk van de rotor (zie Hoofdstuk "Bijlage/Appendix, Rotoren en
toebehoor/Rotors and accessories").
Verwarming activeren of uitschakelen, parameter Heater on/off (alleen bij optie verwarmen/koelen).
In de menu's achteruit bladeren.
Programma's en programmakoppelingen oproepen, parameter RCL.
PROG
Programma's: Programmaplaatsen 1 tot 99 (bij een centrifuge zonder koeling) en programmaplaatsen 1 tot
98 en PREC (bij een centrifuge met koeling). Programmakoppelingen: Programmaplaatsen A tot Z.
Programma's en programmakoppelingen opslaan, parameter STO.
Er kunnen 99 programma's opgeslagen worden (bij centrifuge zonder koeling: programmaplaatsen 1 tot
99, bij centrifuge met koeling: programmaplaatsen 1 tot 98 en PREC). De programmaplaats PREC
(PRECOOLING) is voor het voorkoelprogramma gereserveerd. De programmaplaats 0 dient als tijdelijk
geheugen voor de centrifugatiegegevens van de laatst uitgevoerde centrifugatieloop. Op deze
programmaplaats kunnen geen programma's opgeslagen worden.
Er kunnen 25 programmakoppelingen worden opgeslagen (programmaplaatsen A tot Z, programmaplaats
J bestaat niet). Een programmakoppeling kan uit 20 programma's bestaan.
Programma's koppelen, parameter EDIT.
Het "Machine Menu" oproepen (de toets 8 seconden ingedrukt houden).
In de menu's vooruit bladeren.
Centrifugeerproces, voor de voorkoeling van de rotor, starten (alleen bij een centrifuge met koeling).
Zolang de rotor draait tijdens de centrifugatieloop brandt het LED in de toets.
Het centrifugeerproces, voor de voorkoeling van de rotor, vindt automatisch plaats met het programma
PREC (PRECOOLING).
Centrifugatieloop starten. Zolang de rotor draait tijdens de centrifugatieloop brandt het LED in de toets.
START
Kort centrifugeren.
De centrifugatieloop vindt plaats, zolang de toets wordt ingedrukt. Zolang de rotor draait tijdens de
centrifugatieloop brandt het LED in de toets.
Invoer en wijzigingen opslaan.
In het "Machine Menu" de submenu's oproepen.
Centrifugatie beëindigen.
STOP
OPEN
De rotor loopt met de vooraf gekozen uitloopparameter uit. De rechter LED in de toets brandt tot de rotor
stilstaat. Na stilstand van de rotor knippert de linker LED in de toets. Twee keer indrukken van de toets
activeert de NOODSTOP.
Het deksel ontgrendelen.
De linker LED in de toets dooft.
De parameterinvoer en de menu's verlaten.
AB5650NLDASVFI
Rev. 18 / 10.2021
NL
31/225