NL
15
Beladen van de rotor
Standaard centrifugebuizen van glas zijn niet bestand tegen g-waar den hoger dan 4000 (DIN 58970,
pagina 2).
De rotor controleren op vaste passing.
Bij vrijzwaaiende rotoren moeten alle rotorplaatsen van dezelfde ophangingen voorzien zijn. Bepaalde
ophangingen zijn gemarkeerd met het nummer van de rotorplaats. Deze ophangingen mogen alleen in de
overeenkomstige rotorplaats worden gebruikt.
Ophangingen die gemarkeerd zijn met een setnummer, bijv. S001/4, mogen alleen in de overeenkomstige set
worden gebruikt.
De rotoren en ophangingen mogen uitsluitend symmetrisch worden beladen. De centrifugeertanks moeten
gelijkmatig over alle plaatsen van de rotor worden verdeeld. Toegelaten combinaties zie hoofdstuk
"Anhang/Appendix, Rotoren und Zubehör/Rotors and accessories".
Bij haakse rotors moeten alle mogelijke plaatsen van de rotor worden beladen, zie hoofdstuk "Anhang/Appendix,
Rotoren und Zubehör/Rotors and accessories".
De rotor is symmetrisch beladen
Rotor is gelijkmatig beladen
Op bepaalde ophangingen is het gewicht van de maximale lading of het gewicht van de maximale lading en het
maximale gewicht van de compleet gevulde ophanging aangegeven. Deze gewichten mogen niet overschreden
worden. Voor uitzonderlijke gevallen zie hoofdstuk "Centrifugeren van stoffen of stofmengsels, met een hogere
dichtheid dan 1,2 kg/dm
centrifugeervat en inhoud.
Bij buizen met rubberen segmenten moet zich onder de centrifugeerbuizen steeds hetzelfde aantal rubberen
segmenten bevinden.
De centrifugeerbuizen mogen alleen buiten de centrifuge worden gevuld.
24/225
De rotor is asymmetrisch beladen
3
". De gewichtsaanduiding van de maximale lading omvat het totaalgewicht van adapter,
Rev. 18 / 10.2021
Niet toegestaan!
Niet toegestaan!
Rotor is ongelijkmatig beladen
AB5650NLDASVFI