46
Storingen
Kan de fout volgens de storingstabel niet worden opgeheven dan moet de klantenservice op de hoogte worden
gesteld.
Vermeld het centrifugetype en het serienummer. Beide nummers zijn terug te vinden op het typeplaatje van de
centrifuge.
Een SPANNINGSRESET uitvoeren:
De spanningschakelaar uitschakelen (schakelaarstand "0").
Minstens 10 seconden lang wachten en aansluitend de spanningschakelaar weer inschakelen
(schakelaarstand " ").
Indicatie / Storing
geen indicatie
---
TACHO - ERROR
1, 2, 96
IMBALANCE
---
CONTROL - ERROR
4.1-4.5,
6
N > MAX
5.0, 5.1
N < MIN
13
ROTORCODE
10.1,
10.3
MAINS INTERRUPT
---
VERSION-ERROR
12
CONTROL-ERROR
22, 25.1 -
25.4
SER I/O - ERROR
31, 34,
36
° C * - ERROR
51,
53-55,
97, 98
° C * - ERROR
52.0,
52.1
° C * - ERROR
58.0,
58.1
° C * - ERROR
58.6,
58.7
FU / CCI - ERROR
60, 61.2 -
61.20,
61.128-
61.131,
62
FU / CCI - ERROR
61.1
AB5650NLDASVFI
Reden
geen spanning.
Uitschakeling van de overspanningsbeveiliging.
Activeren van de veiligheidsschakelaar (alleen bij
de types 5650-01, 5660-01 en 5660-51).
Tacho defekt.
Motor, elektronica defect.
De rotor is ongelijkmatig beladen.
Fout dekselvergrendeling
c.q. dekselsluiting.
Toerental de hoog
Toerental de laag
Fout rotorcodering
Stroomonderbreking tijdens de centrifugecyclus.
(De centrifugecyclus werd niet beëindigd.)
Geen overeenstemming van de elektronische
componenten
Fout / defect elektronica
Fout / defect elektronica
Fout / defect elektronica.
Fout / defect elektronica.
Te hoge temperatuur in centrifugeruimte.
Fout / defect elektronica.
Temperatuurafwijking te groot.
Temperatuurafwijking te groot.
Fout / defect elektronica / motor.
Netspanning te laag.
Fout / defect elektronica / motor.
Rev. 18 / 10.2021
Verhelpen
Verzorgingsspanning controleren.
Veiligheidschakelaar weer
inschakelen, zie hoofdstuk
"Veiligheidsschakelaar weer
inschakelen" (alleen bij de types
5650-01, 5660-01 en 5660-51).
Netschakelaar AAN.
Deksel openen.
De spanningschakelaar uitschakelen
(schakelaarstand "0").
Ten minste 10 seconden wachten.
De rotor met da hand krachtig
draaien.
De spanningschakelaar weer
inschakelen (schakelaarstand "").
Tijdens het inschakelen moet de rotor
draaien.
Deksel openen.
De belading van de rotor controleren,
zie hoofdstuk "Beladen van de rotor".
De centrifugecyclus herhalen.
Een SPANNINGRESET uitvoeren.
Deksel openen.
Toets
indrukken.
START
Indien nodig de centrifugecyclus
herhalen.
Een SPANNINGRESET uitvoeren.
Een NET-RESET uitvoeren.
Waarde "Error 58 Temp" verhogen.
Zie hoofdstuk
"Temperatuurbewaking".
Netspanning controleren.
Een SPANNINGRESET uitvoeren.
NL
55/225