NL
20.4.2
Programma's koppelen of een programmakoppeling wijzigen
Er kunnen 25 programmakoppelingen worden opgeslagen (programmaplaatsen A tot Z, programmaplaats J
bestaat niet). Een programmakoppeling kan maximaal uit 20 programma's bestaan.
In een programmakoppeling vindt de aanpassing van het toerental van één programma naar het volgende
programma altijd plaats met de aanloopparameter van het volgende programma.
Er mogen geen programma's met continu bedrijf of programma's met aan- en uitlooptijden (parameter
) worden gekoppeld.
t
In een programmakoppeling kunnen geen centrifugeerparameters worden gewijzigd. Een wijziging van de
parameters is alleen mogelijk in de individuele programma's.
Met de toets
TIME
(bijv. =00:05:30) en de looptijd van het actueel lopende programma (bijv. t
opgeroepen.
1.
De toets
zo vaak indrukken tot de parameter EDIT A...Z wordt weergegeven.
PROG
2.
Met de draaiknop
de gewenste programmaplaats instellen, waarop de programmakoppeling moet worden
opgeslagen.
3.
De toets
indrukken. De programmaplaats van de programmakoppeling en het eerste programma van de
START
programmakoppeling worden weergegeven, bijv. EDIT B.01 = 01.
4.
Met de draaiknop
het eerste programma van de programmakoppeling instellen.
5.
De toets
indrukken. Het volgende programma van de programmakoppeling wordt weergegeven, bijv.
PROG
EDIT B.02 = END.
6.
Met de draaiknop
het volgende programma van de programmakoppeling instellen.
7.
De toets
indrukken. Het volgende programma van de programmakoppeling wordt weergegeven, bijv.
PROG
EDIT B.03 = END.
8.
De stappen 6 en 7 zo vaak herhalen, tot alle programma's ingesteld zijn.
9.
Met de draaiknop
END instellen (draaiknop tegen de klok in draaien).
Bij programmakoppelingen die uit 20 programma's bestaan, kan na het 20ste programma geen END
worden ingesteld.
10. De toets
indrukken. Er wordt bijv. STO B weergegeven.
START
11. De toets
indrukken om de programmakoppeling op te slaan.
START
Als bevestiging wordt kort Multi program store .. weergegeven.
20.4.3
Programmakoppeling oproepen
De toets
zo vaak indrukken tot de parameter RCL A...Z wordt weergegeven.
PROG
Met de draaiknop
de gewenste programmaplaats instellen.
De toets
indrukken. Ter bevestiging wordt Multi program recall .. kort weergegeven.
START
De centrifugeergegevens van het eerste programma van de programmakoppeling en de totale looptijd van de
programmakoppeling worden weergegeven.
20.5
Automatisch tijdelijk geheugen
De programmaplaats 0 dient als tijdelijk geheugen voor de centrifugatiegegevens van de laatst uitgevoerde
centrifugatieloop.
Op deze programmaplaats kunnen geen programma's opgeslagen worden.
Na elke start van een centrifugatieloop worden de voor het lopen gebruikte centrifugatiegegevens automatisch op
programmaplaats "0" opgeslagen en kunnen deze daar opgeroepen worden.
36/225
kunnen tijdens de centrifugeercyclus de totale tijd van de programmakoppeling
Rev. 18 / 10.2021
t
en
B.02=00:01:00) worden
AB5650NLDASVFI