Lekkage; Richtlijnen Voor Probleemoplossing; Probleemoplossing In Het 24 Vac-Circuit - Frymaster BIGLA30 Series Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor BIGLA30 Series:
- Gebruiksaanwijzing (86 pagina's) ,
- Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud (96 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
schroevendraaier of een ander instrument te bewegen, zoals afgebeeld op de volgende pagina. Zorg ervoor dat de stroom
naar de motor is uitgeschakeld voordat u dit probeert.
1. Schakel de stroom naar het filtersysteem uit.
2. Verwijder de invoerpijp van de pomp.
3. Gebruik een schroevendraaier om manueel aan het mechanisme te draaien.
Het pompmechanisme achterwaarts draaien zal een hard partikel vrijmaken waardoor u het kunt verwijderen.
Het mechanisme voorwaarts draaien zal zachtere objecten en gestold bakvet door de pomp duwen en zal het
mechanisme opnieuw vrij laten bewegen.
Incorrecte afmetingen of foute installatie van filterkussens kan er ook voor zorgen dat voedselresten en afzettingen door de
zuigbuis onderaan de filterpan kunnen passeren en deze verstoppen. Partikels die groot genoeg zijn om de holte van de
zuigbuis of de zuigbuis zelf te blokkeren kunnen een indicatie zijn dat de korstlade niet gebruikt wordt.
1.10.6 Lekkage
Lekken van de vetpan is doorgaans het gevolg van niet goed afgedichte bovenlimietthermostaten, RTD's, temperatuurvoelers
en afvoeraansluitingen. Bij installatie en vervanging moeten alle componenten worden afgedicht met Loctite
dichtingspasta of een gelijkwaardig product om lekken te voorkomen. In zeldzame gevallen kan een lek ontstaan langs een
van de gelaste randen van de vetpan. Als dit het geval is moet de vetpan vervangen worden.
Als de zijkanten of uiteinden van de vetpan zijn bedekt met olie, is morsen over de rand van de vetpan de meest
waarschijnlijke oorzaak en niet een lekkage.
De klemmen aan de rubber moffen die de delen van de afvoerpijp bij elkaar houden, kunnen na verloop van tijd losser gaan
zitten omdat de pijpen uitzetten en krimpen bij verwarmen en afkoelen tijdens gebruik. De mof zelf kan ook beschadigd
raken. Als het gedeelte van de afvoerpijp die is verbonden met de afvoerklep om een of andere reden verwijderd wordt, moet
u ervoor zorgen dat het rubber en de klemmen in goede staat zijn en goed rond de afvoerpijp moeten passen als deze opnieuw
geïnstalleerd worden. Controleer ook of de afvoerpijp over de gehele lengte vanaf de afvoer naar beneden loopt en dat er geen
lage punten zijn waar de olie zich kan ophopen.
1.11
Richtlijnen voor probleemoplossing
De richtlijnen voor probleemoplossing op de volgende pagina's zijn bedoeld ter ondersteuning van onderhoudsmonteurs bij
het snel lokaliseren van de mogelijke oorzaak van storingen in apparatuur door het volgen van een logisch, systematisch
proces. Er staan extra richtlijnen voor probleemoplossing voor bedieners in Hoofdstuk 7 van de Installatie- en
bedieningshandleiding van de BIGLA30 Series. Aanbevolen wordt dat onderhoudsmonteurs beide sets met richtlijnen grondig
doorlezen en zich eigen maken.
1.11.1 Probleemoplossing in het 24 VAC-circuit
Zorg er voordat u controleert of er problemen zijn die verband houden met het 24 VAC-circuit voor dat het toestel is
aangesloten op een stroomtoevoer, dat de afvoerklep volledig is afgesloten en dat de computer aan staat en aan het opwarmen
is (er verschijnt een groene stip onder de warmte-indicator en LOW TEMP (lage temperatuur) wordt weergegeven.
NB: Alle voltagemetingen moeten binnen 4 seconden plaatsvinden als het toestel om warmte vraagt. Als het toestel niet
binnen 4 seconden gaat branden, vergrendelen de ontstekingsmodules en moet de computer uitgezet worden en vervolgens
weer aan om te resetten.
De volgende processen helpen u bij probleemoplossing in het 24 VAC-circuit en om het als mogelijke oorzaak uit te sluiten:
24 VAC is niet aanwezig op de interfaceplaat J3 pen 9 (LED 5 (GV)) en op tweeledige toestellen op J1 pen 9 (LED
1 (GV)).
1. Als LED 3 niet voortdurend oplicht, zijn mogelijke oorzaken een defecte 24 VAC-transformator of een defecte
bedrading tussen de transformator en de interfaceplaat.
2.
Als LED 3 wel voortdurend oplicht, controleert u de rechter PWR-terminal (LED 4) op 24 VAC. Op tweeledige toestellen
controleert u ook de linker PWR-terminal (LED 2) op 24 VAC. Controleer of de F2-zekering niet is doorgebrand.
a.
Als er geen 24 VAC is, is de mogelijke oorzaak een storing in de interfaceplaat, een doorgebrande zekering of
een defect verwarmingsrelais.
b. Als er wel 24 VAC is, controleert u 24 VAC op V1S (of V1D en V2D, in geval van tweeledig toestel).
i.
Als er geen 24 VAC is, controleert u de zekeringen. Als de zekeringen goed zijn, zijn mogelijke oorzaken
een defecte ontstekingsmodule of een storing in de interfaceplaat. Vervang de verdachte ontstekingsmodule
door een waarvan u weet dat deze goed is om de oorzaak te lokaliseren.
ii. Als er wel 24 VAC is, is de mogelijke oorzaak een storing in de interfaceplaat.
1-21
®
PST56765
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
