21. Plaats de branders (9) in de rails en zorg ervoor dat de tussenruimte van de rails en de uitlijning goed zijn. De brander
moet zonder belemmering in en uit de rails schuiven. De bovenrails kan licht buigen om de spanning op de brander
iets te vergroten of te verlagen en de randen van de gleuf kunnen iets worden geopend of gesloten zodat het
branderframe optimaal past.
22. Wikkel voorzichtig een strip branderisolatie (8) strak rond de achterzijde en de zijkanten van het branderframe (9),
waarbij u de glastapezijde van de strip aan de buitenkant houdt. Gebruik geen ducktape of plakmateriaal om de
strip vast te zetten op het branderframe.
23. Lijn de brander uit met de branderrails, terwijl u spanning houdt op de isolatiestrip. Schuif de brander onder een lichte
hoek naar binnen en druk de brander langzaam in de rails totdat het contact maakt met de achterzijde van de
verbrandingskamer. Het moet goed passen, maar niet overmatig strak.
24. Controleer of de branders gelijk staan met de rand aan de voorzijde van de branderrails. Verwijder overmatige
branderisolatie door dit met een mes of een diagonale buigtang af te snijden. Probeer de isolatie niet te scheuren!
25. Steek de voorisolatie aan de bovenzijde (10) in de houder (11), waarbij u er voor zorgt dat de openingen in elk stuk
met elkaar zijn uitgelijnd. installeer de constructie met de isolatiezijde richting de vetpan en zet vast met ¼"-20
montagemoeren. Niet te strak aandraaien.
26. Plaats een afdichtring aan beide zijden van de vier onderste nagels aan de voorzijde van de vetpan. Installeer de
onderste voorkantisolatie aan de binnenkant (12) met de rechthoekige openingen richting de afvoerklepnippels.
Installeer de houder(s) van de onderste voorkantisolatie aan de binnenkant (13). NB: Toestellen met volledig vat
hebben een isolatiehouder die uit twee stukken bestaat. Toestellen met tweeledig vat hebben een houder die uit een
stuk bestaat.
27. Vervang indien nodig de zijvensters en de isolatie (4).
28. Plaats een afdichtring en een afstandhouder van ongeveer 5 cm op beide nagels. NB: Er zijn afstandhouders in drie
verschillende formaten. Controleer het formaat om ervoor te zorgen dat de juiste afstandhouders worden
geïnstalleerd.
29. Steek de onderste isolatie aan de onderzijde (16) in de onderste isolatiehouder(s) (17) aan de voorzijde en installeer
de constructie op de vetpan. Zet vast met ¼"-20 montagemoeren. Als de vetpan twee houders gebruikt, verbind deze
dan met ¼" schroeven. NB: Toestellen met volledig vat hebben een isolatiehouder die uit twee stukken isolatie
bestaat. Toestellen met tweeledig vat hebben componenten die uit een stuk bestaan.
30. Keer terug naar de achterzijde van de vetpan en draai alle montagemoeren stevig aan.
31. Verwijder en vervang de stuwkamerringen (18).
32. Plaats een afstandhouder (19) van 2,5 cm (0,938") op de constructienagels van de stuwkamer en monteer de
stuwkamer (20). Zorg ervoor dat de ringen niet tegen de branderpijpen aanzitten door de stuwkamer een beetje terug
te trekken. Plaats een afdichtring op elke nagel en zet de stuwkamer vast met ¼"-20 sluitmoeren.
33. Installeer de oliezone-isolatie aan de bovenzijde (21) door het onder het metaalwerk van de verbrandingskamer aan
de bovenzijde te drukken. Zet de isolatie vast met de beugel (22) en ¼" schroeven.
34. Installeer de bedekkingsisolatie van de branderrail (23) aan de bovenzijde. Duw eventuele overtollige isolatie richting
de bovenkant van de vetpan. Voorkom dat er iets voorbij de onderkant van de bovenste branderrail overhangt.
Overhangen in dit gedeelte maakt het vervangen van een brander in de toekomst moeilijker.
35. Bedek de isolatie met de isolatiehouder (24) en zet vast met ¼" schroeven.
36. Installeer de voelers, afvoerkleppen, AIF-platen, actuatoren, bovenlimietthermostaten en andere pijpaansluitingen
opnieuw waarbij u gebruik maakt van Loctite
draden.
®
PST56765 dichtingspasta of een gelijkwaardig product voor de
1-16