12VAC stroom naar controller
12VAC stroom naar rechtermodule
24VAC stroom naar linkermodule (indien aanwezig)
120 VAC stroomtoevoer
120 VAC stroom naar blazers
12VAC stroom naar volledig of rechtervat bovenlimiet
24VAC stroom naar linkerbovenlimiet (indien aanwezig)
Voelerweerstand (volledig of rechtervat)*
Voelerweerstand (Links – indien aanwezig) *
Voelerisolatie
Bovenlimietcontinuïteit (volledig of rechtervat)
Bovenlimietcontinuïteit (links – indien aanwezig)
** Ontkoppel de 20-pensbedradingsboom los van de controler vóór u het voelercircuit test.
** Zie Tabel voelerweerstand aan het eind van het hoofdstuk.
*** 5 mega-Ohm of hoger.
1.4
Thermostaten
BIGLA30 friteuses uit de LOV™-serie hebben temperatuurvoelers aan de hartlijn aan de voorkant van elke vetpan
(vetpannen met tweeledig vat hebben twee voelers, een in elk vat). Bij dit type thermostaat varieert de voelerweerstand
rechtstreeks met de temperatuur. Dat betekent dat bij stijging van de temperatuur de weerstand ook stijgt, met een snelheid
van ongeveer 2 ohm voor elke 1º C. Een circuit in de computer controleert de voelerweerstand en controleert
branderactivatie als de weerstand boven of onder de geprogrammeerde temperaturen (ingestelde waarden) komt.
De BIGLA30 LOV™ gasfriteuses zijn ook uitgerust met een bovenlimietthermostaat. In het geval dat de friteuse er niet in
slaagt om zelf de olietemperatuur op de juiste manier te controleren, voorkomt de bovenlimietthermostaat dat de friteuse
oververhit naar het vlampunt. De bovenlimietthermostaat werkt als een normaal gesproken gesloten stroomschakelaar die
open gaat als deze wordt blootgesteld aan temperaturen tussen 218ºC en 232ºC. De verschillende typen thermostaat
hebben verschillende onderdeelnummers voor CE- en niet-CE-modellen en zijn niet uitwisselbaar.
1.5
Toegang tot de friteuses voor onderhoud
Als u een friteuse verplaatst terwijl er nog olie inzit kan er hete vloeistof uit de kookpot
druppen of spatten. Volg de afvoerinstructies onder punt 4.10.4 op pagina 4-16 in hoofdstuk 4
van de BIGLA30 Installatie- en bedieningshandleiding (P/N 819-6286) voordat u probeert een
friteuse te verplaatsen voor onderhoud.
1. Sluit de gastoevoer naar het toestel af. Trek de stekkers er uit. Ontkoppel het toestel van de gastoevoer.
2. Verwijder eventuele bevestigingselementen en verplaats de friteuse zodat u gemakkelijk toegang hebt voor
onderhoud.
3. Als het onderhoud gedaan is, sluit u het toestel weer aan op de gastoevoer, plaatst u de bevestigingselementen terug en
steekt u de stekkers weer in het stopcontact. NB: Om een veilige en efficiënte werking van de friteuse en de
afzuigkap te garanderen moet de stekker van de 120-volt kabel, die de afzuigkap van stroom voorziet, volledig
in de pencontactmofdoos zitten en vergrendeld zijn.
1.6
Reinigen van de ontluchtingspijp van de gasklep
1. Zet de stroomschakelaar van de friteuse en de gashendel in de stand UIT (OFF).
2. Schroef de ontluchtingspijp voorzichtig los van de gasklep. NB: U mag de ontluchtingspijp rechtzetten om deze
gemakkelijk te kunnen verwijderen.
3. Steek een stuk gewone binddraad (13 mm diameter) door de pijp om eventuele obstructies te verwijderen.
4. Verwijder de draad en blaas door de pijp om er zeker van te zijn dat deze vrij is.
VAAK GEBRUIKTE TESTPUNTEN VOOR INTERFACEPLAAT 106-6706
Test
Meter
instelling
12VAC In
1 en 3 op J3 of J2
50VAC schaal
8 op J3 en AARDING
50VAC schaal
8 op J1 en AARDING
250VAC schaal
11 op J3 en AARDING
250VAC schaal
12 op J3 en AARDING
50VAC schaal
9 op J3 en AARDING
50VAC schaal
9 op J1 en AARDING
R X 1000 OHM
2 en 6 op J3 of 13 en 14 op J2
R X 1000 OHM
2 en 6 op J1 of 14 en 15 op J2
R X 1000 OHM
6 op J1 of J3 en AARDING
R X 1 OHM
9 op J3 en draad 13C op gasklep
R X 1 OHM
9 op J1 en draad 12C op gasklep
GEVAAR
1-4
Pennen
Resultaten
12-18
22-28
22-28
110-125
110-125
22-28
22-28
**
**
***
0
0