Transpondersleutel aanbrengen en
verwijderen
Contactslot met transpondersleutel uitgetrokken/
ingeduwd.
N.B.
Bij auto's met Keyless*-functie hoeft de
sleutel niet in het contactslot te worden
geplaatst, maar kan deze bijvoorbeeld in
de zak worden bewaard. Voor meer infor-
matie over Keyless-functies, zie pagina 54.
Sleutel aanbrengen
1. Houd de transpondersleutel beet aan de
kant van het afneembare sleutelblad en
plaats de sleutel in het contactslot.
2. Duw de sleutel vervolgens tot aan de
aanslag in het slot.
BELANGRIJK
Vreemde voorwerpen in het contactslot
kunnen tot functiestoringen leiden of
schade aan het slot toebrengen.
De transpondersleutel niet verkeerd om
insteken – pak de sleutel beet aan het uit-
einde met het afneembare sleutelblad. zie
pagina 48.
Sleutel verwijderen
•
Pak de transpondersleutel beet en trek
deze uit het contactslot.
Functies bij verschillende niveaus
Om het gebruik mogelijk te maken van een
beperkt aantal functies met uitgeschakelde
motor, kan het elektrisch systeem van de
auto met de transpondersleutel op 3 verschil-
lende niveaus worden gezet (sleutelstanden);
0, I en II. In dit instructieboekje worden deze
niveaus in algemene zin aangeduid als "sleu-
telstanden".
De volgende tabel geeft aan welke functies
beschikbaar zijn in de verschillende sleutel-
standen/niveaus.
03 Bestuurdersmilieu
Sleutelstanden
Niveau
Functies
•
0
Kilometerteller, klok en tem-
peratuurmeter worden ver-
licht.
•
Elektrisch bediende stoelen
kunnen worden versteld.
•
De geluidsinstallaties kun-
nen gedurende een
beperkte periode worden
gebruikt, zie pagina 260.
•
I
Schuifdak, elektrisch
bedienbare ruiten, 12V-aan-
sluitingen in passagiers-
ruimte, RTI, telefoon, interi-
eurventilator en ruitenwis-
sers zijn te gebruiken.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
83