Benzine- en dieselmotor
Contactslot met transpondersleutel uitgetrokken/
ingeduwd en knop START/STOP ENGINE.
BELANGRIJK
De transpondersleutel niet verkeerd om
insteken – pak de sleutel beet aan het uit-
einde met het afneembare sleutelblad. zie
pagina 48.
1. Plaats de transpondersleutel in het con-
tactslot en duw deze tot aan de aanslag
naar binnen. Let erop dat u bij een auto
met alcoholslot eerst een goedgekeurde
blaastest moet uitvoeren, voordat de
Als de auto rolt is het indrukken van de knop START/STOP ENGINE voldoende om de motor te starten.
1
motor kan worden gestart, zie
pagina 117.
2. Houd het koppelingspedaal volledig inge-
1
drukt
. (Bij auto's met automatische ver-
snellingsbak – bedien het rempedaal.)
3. Druk op de knop START/STOP ENGINE
en laat deze vervolgens los.
N.B.
Bij auto's met een dieselmotor slaat de
motor mogelijk met enige vertraging aan,
Voorgloeifunctie
wanneer de melding
motor actief
op het display staat.
Bij het starten van de motor blijft de startmo-
tor draaien, totdat de motor aanslaat of totdat
de beveiliging tegen oververhitting in werking
treedt.
BELANGRIJK
Als de motor na 3 pogingen niet gestart is,
wacht u 3 minuten voordat u een nieuwe
poging doet. Het startvermogen neemt toe
als de startaccu zich kan herstellen.
03 Bestuurdersmilieu
Motor starten
WAARSCHUWING
Haal na een motorstart of als de auto
wordt gesleept nooit de transpondersleutel
uit het contactslot.
WAARSCHUWING
Haal altijd de transpondersleutel uit het
contactslot als u uit de auto stapt en zorg
ervoor dat de sleutelstand 0 is, met name
als er kinderen in de auto aanwezig zijn.
Voor informatie over hoe u dit doet, zie
pagina 84.
N.B.
Tijdens de koude start is het mogelijk dat
het motortoerental merkbaar hoger ligt dan
normaal is voor bepaalde motortypes. Dit
omdat ernaar wordt gestreefd het uitlaat-
gasreinigingssysteem zo snel mogelijk op
bedrijfstemperatuur te brengen en tegelij-
kertijd de uitstoot te beperken van stoffen
die schadelijk zijn voor het milieu.
Keyless drive*
•
Voer de stappen 2–3 uit voor het starten
van de motor.
Voor meer informatie over Keyless drive, zie
pagina 54.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
03
121