01 Veiligheid
Airbags
01
worden opgeblazen en warm worden. Om de
klap op te vangen loopt de airbag leeg wan-
neer de inzittende de airbag raakt. Daarbij
treedt er rookvorming in de auto op. Dit is
volkomen normaal. Het totale verloop, van
het opblazen tot het leeglopen van de airbag,
neemt enkele tienden van een seconde in
beslag.
WAARSCHUWING
Volvo adviseert u voor reparatie contact op
te nemen met een erkende Volvo-werk-
plaats. Verkeerde ingrepen in het airbag-
systeem kunnen aanleiding geven tot sto-
ringen in de werking met mogelijk ernstig
lichamelijk letsel tot gevolg.
N.B.
De sensoren reageren verschillend, afhan-
kelijk van het verloop van de botsing en of
er al dan niet een veiligheidsgordel wordt
gebruikt. Geldt voor alle gordelposities.
Er kunnen dus ongelukken ontstaan als
slechts één (of geen) van de airbags wordt
geactiveerd. De sensoren registreren de
kracht waaraan de auto bij de botsing
wordt blootgesteld en passen zich hierop
aan, zodat één of meer airbags worden
opgeblazen.
20
Airbag aan de bestuurderszijde
Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel
aan de bestuurderszijde ook een airbag in het
stuurwiel. Deze zit opgevouwen in het midden
van het stuurwiel. Het stuurwiel is voorzien
van het opschrift AIRBAG.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordel en de airbag werken
samen. Als de veiligheidsgordel niet of
onjuist wordt gebruikt, kan de bescher-
ming die de airbag bij een aanrijding biedt
afnemen waardoor u als klant ernstig letsel
kunt oplopen.
Airbag aan de passagierszijde
Positie van de passagiersairbag in een auto met
het stuur links.
Positie van de passagiersairbag in een auto met
het stuur rechts.
Uw auto heeft behalve de veiligheidsgordel
aan de passagierszijde ook een airbag in het
stuurwiel. Deze zit opgevouwen in een ruimte
boven het dashboardkastje. Het paneel is
voorzien van het opschrift AIRBAG.
WAARSCHUWING
De veiligheidsgordel en airbag werken
samen. Als de gordel niet of verkeerd
wordt gebruikt, kan dit bij een botsing van
invloed zijn op het effect van de airbag.
Om geen letsel op te lopen wanneer de
airbag wordt opgeblazen, moet de passa-
gier zo rechtop mogelijk zitten met de voe-
ten op de vloer en de rug tegen de rugleu-
ning. De veiligheidsgordel moet vast zitten.