05 Comfort en rijplezier
Klimaatregeling
Voor auto's zonder elektrische voorruitver-
warming:
•
Er stroomt lucht naar de ruiten - op het
beeldscherm brandt het symbool (2).
•
Functie uitschakelen - geen van de sym-
bolen brandt.
Voor auto's met elektrische voorruitverwar-
ming:
•
Elektrische voorruitverwarming
kelen - op het beeldscherm brandt een
symbool (1).
•
Elektrische voorruitverwarming
kelen en lucht naar de ruiten sturen - op
het beeldscherm branden de symbolen
05
(1) en (2).
•
Functie uitschakelen - geen van de sym-
bolen brandt.
N.B.
Elektrische voorruitverwarming en een
eventuele IR-film, zie pagina 107, kunnen
de prestaties van transponders en andere
communicatie-apparatuur beïnvloeden.
4
Als bij inschakeling van de elektrische voorruitverwarming het teken
pagina 113 .
*
234
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
N.B.
Aan de beide uiteinden van de voorruit zit-
ten driehoekige gebieden zonder elektri-
sche verwarming, zodat het ontdooien
daar mogelijk langer duurt.
N.B.
De elektrische voorruitverwarming is niet
beschikbaar, wanneer de motor automa-
4
inscha-
tisch is afgezet, zie pagina 138.
Bij activering van deze functie vindt boven-
4
inscha-
dien het volgende plaats om de lucht in het
interieur zoveel mogelijk van vocht te ont-
doen:
•
de airconditioning wordt automatisch
ingeschakeld
•
de recirculatie en het Interior Air Quality
System worden automatisch uitgescha-
keld.
N.B.
De ventilator maakt meer geluid wanneer
de ventilator op maximale snelheid draait.
C
op de achteruitkijkspiegel verschijnt, moet het kompas* opnieuw gekalibreerd worden. Zie het gedeelte Kalibreren op
Bij het uitschakelen van de ontwaseming her-
vat de klimaatregeling de voorgaande instel-
lingen.
Elektrische stuurverwarming*
De stuurverwarming is te
activeren/deactiveren met
een knop op de middencon-
sole. Zie voor meer informa-
tie zie pagina 92.
Recirculatie
Wanneer de recirculatie
actief is, brandt het oranje
lampje in de knop. U kunt
deze functie inschakelen als
u vieze lucht, uitlaatgassen
en dergelijke buiten wilt hou-
den. De lucht in de passa-
giersruimte wordt dan gerecirculeerd. Er komt
met andere woorden geen lucht van buiten
de auto in, wanneer deze functie actief is.
BELANGRIJK
Als de lucht in de auto te lang recirculeert,
kan de binnenzijde van de ruiten beslaan.