Beschikbaar motorvermogen
Benut vermogen
Beschikbaar vermogen
De kleinere wijzer bovenaan toont het
beschikbare motorvermogen
4
. Hoe groter de
uitslag op de schaal, hoe meer vermogen er
beschikbaar is in de actuele versnelling.
Benut vermogen
De grotere wijzer onderaan toont het benutte
motorvermogen
4
. Hoe groter de uitslag op de
schaal, hoe meer motorvermogen er benut
wordt.
Een groot verschil tussen de beide wijzers
duidt op een grote vermogensreserve.
4
Het vermogen is afhankelijk van het motortoerental.
Bij bepaalde motortypes is het symbool voor een lage oliedruk niet in gebruik. Er verschijnt in plaats daarvan een displaytekst, zie pagina 365.
5
Controle- en
waarschuwingssymbolen
Controle- en waarschuwingssymbolen, analoog
instrument.
Controlesymbolen
Controle- en waarschuwingssymbolen
5
Waarschuwingssymbolen
03 Bestuurdersmilieu
Instrumenten, schakelaars en bediening
Controle- en waarschuwingssymbolen, digitaal
instrument.
Controlesymbolen
Controle- en waarschuwingssymbolen
Waarschuwingssymbolen
Functietest
Alle controle- en waarschuwingssymbolen
gaan branden in sleutelstand II of wanneer u
de motor start. Alle symbolen moeten weer
uitgaan als de motor is aangeslagen, behalve
het symbool voor de parkeerrem. Dit gaat pas
uit, als de auto van de parkeerrem wordt
gehaald.
03
5
}}
75