04 Bestuurdersondersteuning
City Safety™
Bij een snelheidsverschil van meer dan
15 km/h tussen de voertuigen kan City
Safety™ een aanrijding niet geheel op eigen
kracht voorkomen – voor het maximale rem-
vermogen dient u zelf het rempedaal te
bedienen. In dat geval is het ook bij snel-
heidsverschillen groter dan 15 km/h mogelijk
een aanrijding te voorkomen.
Wanneer het systeem ingrijpt en remt, ver-
schijnt op het instrumentenpaneel de tekst-
melding dat het systeem actief is/was.
04
N.B.
Wanneer City Safety™ remt, gaan de rem-
lichten branden.
Bediening
N.B.
De functie City Safety™ is na het starten
van de motor via sleutelstand I en II (zie
pagina 83 voor de sleutelstanden) altijd
ingeschakeld.
Aan en Uit
Soms is het handig om City Safety™ uit te
kunnen schakelen, bijvoorbeeld wanneer
bebladerde takken langs de motorkap en
voorruit kunnen schampen.
178
Na het starten van de motor is City Safety™
op een van de volgende manieren uit te scha-
kelen:
•
Zoek aan de hand van het menusysteem
van MY CAR op het beeldscherm van de
middenconsole
Instellingen
instellingen
Rij-assistentiesystemen
City Safety
op. Kies de optie
meer informatie over het menusysteem
MY CAR, zie pagina 217.
De volgende keer dat de motor wordt
gestart is de functie echter weer actief,
ook al stond het systeem uit toen de
motor werd afgezet.
WAARSCHUWING
De lasersensor geeft ook laserlicht af,
wanneer u City Safety™ handmatig uitge-
schakeld hebt.
Om City Safety™ opnieuw in te schakelen:
•
Volg de dezelfde procedure als bij het uit-
schakelen, maar kies nu de optie
Beperkingen
De City Safety™-sensor is erop gebouwd om
auto's en andere voertuigen vóór u te ontdek-
ken, zowel overdag als 's nachts.
De sensor kent echter beperkingen en werkt
Auto-
bijvoorbeeld minder goed – of helemaal niet –
bij hevige sneeuw- of regenval, in dichte mist
of in dikke stofwolken of stuifsneeuw. Con-
Uit
. Voor
dens, vuil, sneeuw en ijs op de voorruit kun-
nen voor storingen in de werken zorgen.
Hangende voorwerpen zoals vlaggen/
wimpels die uitstekende lading markeren of
accessoires zoals verstralers en frontbars die
boven de motorkap uitsteken.
Het laserlicht van de sensor in City Safety™
meet hoe het licht reflecteert. De sensor kan
geen obstakels met een gering reflecterend
vermogen waarnemen. De achterkant van
voertuigen weerkaatst veelal voldoende licht
dankzij de kentekenplaat en de achterlichtre-
flectoren.
Bij gladheid is de remweg langer waardoor
City Safety™ minder goed in staat is aanrij-
Aan
.
dingen te voorkomen. In dergelijke situaties
zullen het ABS en DSTC voor het maximale
remvermogen zorgen met behoud van de sta-
biliteit.
Als de eigen auto achteruitrijdt, is City
Safety™ tijdelijk gedeactiveerd.