09 Onderhoud en service
Motorruimte
09
Melding en grafische weergave op display. Het
linker display toont een digitaal instrumentenpa-
neel en het rechter een analoog.
Melding
Motoroliepeil
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het
duimwiel gebruiken om het oliepeil te laten
controleren aan de hand van de elektronische
peilaanduiding, zie pagina 368.
WAARSCHUWING
Bij het verschijnen van de melding
Olieservice vereist
een werkplaats
opzoeken. Het oliepeil is mogelijk te hoog.
368
BELANGRIJK
Vul bij het verschijnen van de melding
Oliepeil laag 0,5 liter bijvullen
0,5 liter bij.
N.B.
Het systeem detecteert het oliepeil alleen
tijdens het rijden. Na het bijvullen of aftap-
pen van olie duurt het even voordat het
systeem wijzigingen in het oliepeil kan
waarnemen. De auto dient ca. 30 km te rij-
den, voordat het weergegeven oliepeil cor-
rect is.
WAARSCHUWING
Vul niet meer olie bij, als niveau (3) of (4)
verschijnt zoals aangegeven op de afbeel-
ding. De olie mag nooit boven MAX of
onder MIN staan om motorschade tegen
te gaan.
WAARSCHUWING
Mors geen olie op het hete uitlaatspruit-
stuk, omdat er gevaar voor brand bestaat.
Oliepeil meten
Voor controle van het oliepeil de onder-
staande volgorde aanhouden.
slechts
1. Activeer sleutelstand II, zie pagina 83.
2. Draai het duimwiel op de linker stuurhen-
del naar stand
> Vervolgens verschijnt informatie over
het motoroliepeil.
Voor meer informatie over de menu-
functies, zie pagina 214.
De cijfers 1–4 geven het niveau aan. Vul niet
meer olie bij, als niveau (3) of (4) staat aangege-
ven. Het aanbevolen niveau is 4. Melding en gra-
fische weergave op display. Het linker display
toont een digitaal instrumentenpaneel en het
rechter een analoog.
Oliepeil
.