09 Onderhoud en service
Wisserbladen en sproeiervloeistof
09
Klap de wisserarm omhoog, wanneer
deze in de servicestand staat. Druk op de
knop die op de wisserbladhouder zit en
trek het wisserblad evenwijdig aan de
wisserarm los.
Duw het nieuwe wisserblad zo ver naar
binnen dat u een klik hoort.
Controleer of het blad goed vastzit.
4. Klap de wisserarm weer tegen de voorruit
aan.
De wisserarmen keren terug vanuit de servi-
cestand naar de beginstand na een korte
druk op de knop START/STOP ENGINE om
het elektrische systeem van de auto in de
sleutelstand I te zetten (of bij het starten van
de auto).
380
N.B.
De wisserbladen zijn niet allebei even lang.
Het blad aan de bestuurderszijde is langer
dan dat aan de passagierszijde.
Reinigen
Voor het reinigen van de wisserbladen en de
voorruit, zie pagina 398 en verder.
BELANGRIJK
Controleer de wisserbladen regelmatig. Bij
achterstallig onderhoud gaan de wisser-
bladen minder lang mee.
Vulopening voor sproeiervloeistof
De sproeiers van de voorruit en de koplam-
pen staan in verbinding met hetzelfde vloei-
stofreservoir.
BELANGRIJK
Gebruik in de winter sproeiervloeistof met
antivries, zodat de vloeistof niet vastvriest
in pomp, reservoir en slangen.
Voor de hoeveelheden, zie pagina 417.