WAARSCHUWING
Als u de instructies in dit boekje niet
opvolgt, is het gevaar voor oogletsel groot!
•
Kijk nooit van een afstand van 100 mm
of minder in de lasersensor (waaruit
uiteenlopende, onzichtbare laserstra-
len komen) met vergrotende optiek
zoals een vergrootglas, microscoop,
objectief of soortgelijke optische
instrumenten.
•
Laat het testen, repareren, demonte-
ren, afstellen en/of vervangen van de
lasersensor of delen ervan over aan
een erkende werkplaats, bij voorkeur
aan een erkende Volvo-werkplaats.
•
Stel de lasersensor niet bij en voer
geen onderhoud uit dat niet uitdrukke-
lijk in dit boekje staat aangegeven om
blootstelling aan schadelijke straling
tegen te gaan.
•
De reparateur dient de speciaal opge-
stelde werkplaatsinformatie voor de
lasersensor te volgen.
•
Demonteer de lasersensor niet (en ver-
wijder de lenzen evenmin). Een gede-
monteerde lasersensor is een laserpro-
duct klasse 3B volgens de IEC-norm
60825-1. Een laserproduct klasse 3B
is niet veilig voor de ogen en houdt
dan ook een gevaar voor oogletsel in.
•
Koppel de connector van de lasersen-
sor los voordat u deze van de voorruit
demonteert.
•
Zorg dat de lasersensor op de voorruit
gemonteerd is alvorens de connector
aan te sluiten.
•
De lasersensor zendt laserlicht uit
wanneer de transpondersleutel in
stand II staat, ook al is de motor afge-
zet (zie pagina 83 voor de sleutelstan-
den).
04 Bestuurdersondersteuning
Symbolen en tekstmeldingen
Terwijl City Safety™ automatisch remt, kun-
nen één of meer symbolen op het instrumen-
tenpaneel gaan branden en tekstmeldingen
verschijnen.
Meldingen kunt u van het display halen door
de OK-knop op de richtingaanwijzerhendel
kort in te drukken.
City Safety™
04
181