Ventilatiemodi
Auto EPAP
Alleen in de iVAPS-modus.
NB: Deze functie is mogelijk niet beschikbaar op uw apparaat.
EPAP dient om de doorgankelijkheid van de bovenste luchtweg te handhaven. AutoEPAP stelt de
druk automatisch af als reactie op flowbeperking of obstructie van de bovenste luchtweg. EPAP
wordt afgesteld tussen de instellingen Min EPAP en Max EPAP, waarbij de respons afhangt van de
mate van obstructie van de bovenste luchtweg.
WAARSCHUWING
Er geldt een contra-indicatie voor Auto EPAP bij gebruik van een invasieve interface.
Drukondersteuning wordt afgesteld boven op de EPAP. De maximaal toegediende druk, EPAP plus
drukondersteuning, is begrensd op 2 cmH
O onder de ingestelde limiet voor hoge druk. Als de som
2
van EPAP en drukondersteuning groter is dan de limiet voor maximale druk, wordt de
drukondersteuning opgeofferd teneinde de doorgankelijkheid van de luchtweg te behouden (d.w.z.
EPAP). De drukondersteuning wordt echter niet lager dan de ingestelde minimumdruk (Min PS).
(a) Voor flowbeperking stijgt de EPAP met een maximale snelheid van 0,5 cmH
O (0,5 hPa) per
2
ademhaling.
(b) Voor obstructieve apneu stijgt de EPAP met een snelheid van ongeveer 1 cmH
O (1 hPa) per
2
seconde die aan inademing wordt besteed na beëindiging van de apneu.
(c) De EPAP begint te dalen vanaf de eerste ademhaling na beëindiging van de obstructie van de
bovenste luchtweg en blijft langzaam dalen totdat zich opnieuw een beperking/obstructie van de
bovenste luchtweg voordoet of totdat EPAP min is bereikt.
Het AutoEPAP-algoritme kijkt niet naar andere titratiedoelen zoals longrekrutering ter verbetering van
de oxygenatie of ter compensatie voor intrinsieke PEEP. Ter behandeling van aandoeningen aan de
onderste luchtwegen moet Min EPAP worden ingesteld. AutoEPAP verhoogt de luchtwegdruk ter
behandeling van aandoeningen van de bovenste luchtweg.
Nederlands
91