Ventilatiemodi
•
In deze grafiek wordt de PS-modus met ingeschakelde ademfrequentie weergegeven met een
overgang van spontaan getriggerde naar tijdgetriggerde ademhalingen. Cycling vindt plaats binnen
de grenswaarden Ti Min en Ti Max.
•
Om de patiënt voldoende tijd te geven om uit te ademen mag Ti niet groter zijn dan tweederde
van de ademhalingsperiode. (De ademhalingsperiode is gelijk aan 60/ademfrequentie.)
•
Om te zorgen dat er voldoende tijd is om de beoogde inademingsdruk te bereiken mag de stijgtijd
niet groter zijn dan tweederde van Ti Max.
(S)T-modus: spontane ventilatie met backup-frequentie
(S)T is een ventilatiemodus met twee drukniveaus waarin drukondersteunde spontane ademhalingen
worden geleverd:
-
De inademing wordt gestart door de ventilator met een ingestelde frequentie (tijdgetriggerde
ademhaling) of door de patiënt (spontaan getriggerde ademhaling). Door spontaan getriggerde
ademhalingen wordt de start van de volgende tijdgetriggerde ademhaling aangepast.
Ademfrequentie en Trigger kunnen op Uit worden ingesteld, maar niet gelijktijdig. Als Trigger
op Uit ingesteld is, wordt de modusnaam als T weergegeven op de informatiebalk. Als Trigger
geactiveerd is en de Ademfrequentie is ingesteld op Uit, wordt de modusnaam als S
weergegeven op de informatiebalk.
-
Het eind van de inademing (overschakeling van in- naar uitademing) wordt geregeld door de
patiënt (spontaan gecyclede ademhaling) en ligt tussen Ti Min en Ti Max.
Parameter
Ademfrequentie (per min.)
EPAP (cmH
O)
2
IPAP (cmH
O)
2
Trigger
Stijgtijd (msec)
80
Instelling
Volw.: Uit, 2 tot 50 [15]
Ped.: Uit, 5 tot 80 [15]
2 tot 25 [5]
Volw.: 4 tot 50 [12]
Ped.: 4 tot 50 [12]
Uit, Zeer laag tot Zeer hoog [Medium]
Min, 150 tot 900 [200]