6. Zie Patiëntinstellingen wijzigen (zie pagina 29) als u wijzigingen wilt aanbrengen in de
patiëntinstellingen binnen deze modus.
NB: Als de moduswijziging wordt geannuleerd, keert u terug naar de pagina met de primaire
instellingen voor de huidige actieve modus. Alle wijzigingen worden genegeerd.
Patiëntinstellingen wijzigen
Patiëntinstellingen van het huidige actieve programma wijzigen:
1. Open de klinische modus.
Het scherm Hoofdinstellingen wordt weergegeven.
2. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen. De geselecteerde instelling wordt aangeduid in oranje
kleur en de instellingenbalk verschijnt aan de rechterkant van het scherm.
3. Verhoog of verlaag de geselecteerde instelling tot de gewenste waarde.
4. Als u nog meer instellingen wilt wijzigen, selecteert u de gewenste instellingen en herhaalt u de
procedure. Alle instellingen die zijn gewijzigd, worden met een oranje kader weergegeven.
5. Als er geen wijzigingen meer nodig zijn, selecteert u Toepassen.
Controleer de alarminstellingen en stel deze zo nodig bij. Zie voor meer informatie Alarminstellingen
wijzigen (zie pagina 116).
Gebruik van het Astral device
Nederlands
29