Inhoudsopgave
Advertenties
Astral-ontkoppelingsalarm
Astral-ontkoppelingsalarm
Het Astral-ontkoppelingsalarm meet voortdurend de circuitweerstand om de mate van ontkoppeling
te berekenen (weergegeven als percentage). Het ontkoppelingsalarm, dat een hoge prioriteit heeft,
wordt geactiveerd als de gemeten ontkoppelingswaarde groter is dan de ingestelde tolerantie voor de
alarmactiveringstijd.
Het alarm wordt alleen geactiveerd als de gemeten ontkoppelingswaarde ononderbroken boven de
ontkoppelingstolerantie voor de alarmactiveringstijd ligt. Als de gemeten waarde gedurende deze tijd
onder de ingestelde ontkoppelingstolerantie valt, wordt de tijd tot alarmactivering gereset.
Het alarm wordt niet geactiveerd als er een uitademingsinspanning door de patiënt wordt
gedetecteerd, dit wordt aangegeven door het symbool onder de gemeten ontkoppelingswaarde.
Een eventueel geactiveerd alarm wordt gewist als de gemeten waarde onder de ingestelde
ontkoppelingstolerantie valt.
Het ontkoppelingsalarm aanpassen
Het ontkoppelingsalarm heeft drie instellingen die kunnen worden aangepast aan de behoeften van
de patiënt:
1. Ontkoppelingstolerantie – hiermee wordt een hogere of lagere tolerantie ingesteld voor het
activeren van het ontkoppelingsalarm.
2. Alarmactiveringstijd – de tijd (in seconden) na ontkoppeling waarna het alarm wordt geactiveerd.
3. Ontkoppelingsalarm aan/uit (alleen voor bepaalde interfaces).
LET OP
Zorg ervoor dat ontkoppeling van de patiënt goed zal worden gedetecteerd, ook als de
patiëntinterface per ongeluk losraakt van de patiënt (bv. als de tracheostomietube / de
endotracheale tube / het masker / het mondstuk aangesloten blijft op het circuit). Controleer
bijvoorbeeld of onbedoelde verwijdering van de canule uit een tracheostomiepatiënt kan
worden gedetecteerd; simuleer de ontkoppeling met gebruik van een tracheostomietube die
één maat kleiner is dan de tube van de patiënt.
Zie Het ontkoppelingsalarm testen op pagina 123.
Nederlands
133
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
