Gebruik van het Astral device
WAARSCHUWING
Zorg dat het gebied rondom het apparaat droog en schoon is en vrij van beddengoed, kleding
en andere voorwerpen waardoor de luchtinlaat kan worden geblokkeerd. Blokkeren van de
luchtinlaten voor de koeling kan leiden tot oververhitting van het apparaat. Blokkeren van de
luchtinlaat kan leiden tot letsel van de patiënt.
LET OP
•
Maak de ventilator altijd vast op de standaard of plaats de ventilator op een vlakke, stabiele
ondergrond om beschadiging te voorkomen. Zorg dat de Astral zich bij mobiel gebruik in de
bijbehorende draagtas bevindt.
•
Bescherm het apparaat tegen water als het buiten wordt gebruikt.
Op netstroom aansluiten
Op netstroom aansluiten:
1. Sluit de DC-stekker van de meegeleverde ResMed externe voedingseenheid aan op de
achterzijde van het Astral-apparaat.
2. Sluit het elektriciteitssnoer aan op de ResMed-voedingseenheid.
3. Steek het andere uiteinde van het elektriciteitssnoer in een stopcontact.
Voor verdere informatie over stroomtoevoer van het Astral apparaat, verwijzen wij naar Stroombeheer
(zie pagina 63).
Het apparaat aanzetten
Om het Astral-apparaat aan te zetten, drukt u eenvoudig op de groene aan-uitschakelaar aan de
achterzijde van het apparaat. Door het apparaat wordt een systeemcontrole uitgevoerd, zoals
weergegeven in het hoofdscherm.
Na voltooiing van de systeemcontrole worden het beginscherm van de patiëntmodus en het actieve
programma weergegeven.
Het Astral-apparaat is vooraf ingesteld met één actief programma.
Als er meer dan één programma wordt weergegeven op het beginscherm van de patiëntmodus,
wordt het actieve programma oranje gemarkeerd. Zie Programma's (zie pagina 25) voor meer
informatie.
NB: De instellingen geconfigureerd in het actieve programma worden gebruikt als de beademing wordt gestart.
Gebruik van het Astral device
Nederlands
15