Het Astral-apparaat voor het eerst gebruiken
Het Astral-apparaat voor het eerst gebruiken
Als u de Astral voor het eerst gebruikt, wordt door ResMed aanbevolen de werking van het apparaat
te controleren voordat u de therapie start. Een werkingstest verzekert u ervan dat het apparaat zich in
goede werkende staat bevindt voordat de therapie gestart wordt. Informatie om u te helpen bij het
oplossen van eventuele problemen is beschikbaar in het gedeelte Problemen oplossen (zie pagina
167).
LET OP
Als een of meer van de volgende controles mislukken, neem dan voor hulp contact op met uw
zorgverlener of met ResMed.
De werking testen:
1. Zet het apparaat uit door de stroomschakelaar aan de achterzijde van het apparaat in te drukken.
2. Controleer of het apparaat en de accessoires in goede staat zijn.
Inspecteer het apparaat en alle accessoires. Beschadigde onderdelen mogen niet worden gebruikt.
3. Controleer de opstelling van het patiëntcircuit.
Controleer of het patiëntcircuit (het apparaat en de meegeleverde accessoires) niet beschadigd is en of alle
verbindingen goed vast zitten.
4. Zet het apparaat aan en test de alarmen.
WAARSCHUWING
Als er geen alarm afgaat, mag de ventilator niet worden gebruikt.
Zet het apparaat aan door de stroomschakelaar aan de achterzijde van het apparaat in te drukken.
Controleer of het alarm twee pieptonen ter controle af laat gaan en of de led's voor het
alarmsignaal en de knop Alarm onderdrukken/resetten knipperen. Het apparaat is klaar voor
gebruik wanneer het beginscherm van de patiëntmodus wordt weergegeven.
5. Koppel het apparaat los van de netstroom en de externe accu (indien in gebruik), zodat het
apparaat door de interne accu van stroom wordt voorzien. Controleer of het alarm Interne accu in
gebruik wordt weergegeven en of de accu-led aan is.
NB: Als de laadtoestand van de interne accu onvoldoende is, gaat een alarm af. Zie Problemen oplossen (zie
pagina 167).
6. Sluit de externe accu opnieuw aan (indien in gebruik) en controleer of de led voor de
gelijkstroomvoorziening brandt. Het alarm Externe gelijkstroom in gebruik wordt weergegeven en
de alarm-led gaat branden.
7. Sluit het apparaat weer op netstroom aan.
8. Controleer de sensor van de pulsoxymeter (indien in gebruik).
Bevestig de accessoires volgens de beschrijving voor het opstellen. Ga via het menu Monitor naar
het scherm Metingen. Controleer of de waarden voor SpO
9. Controleer de zuurstofaansluiting (indien in gebruik). Controleer op beschadiging van slangen of
lekkage. Controleer de resterende capaciteit van zuurstofcilinders.
10. Voer de functie Circuittest uit.
70
en pols worden weergegeven.
2