Menu Info
Het menu Info bevat twee submenu's:
•
Gebeurtenissen: hier worden alle in het logboek vastgelegde gebeurtenissen die hebben
plaatsgevonden, weergegeven. Daarnaast kan een uitsplitsing naar specifieke alarmen,
instellingen of systeemgebeurtenissen worden bekeken.
•
Apparaat: informatie over het huidige apparaat wordt getoond, bv. Model en serienummer,
Software versie, en het tijdstip voor de volgende onderhoudsbeurt.
•
Accu: informatie over de staat van de interne en externe accuniveaus wanneer verbonden,
waaronder ook de gecombineerde laadniveaus.
Programma's
WAARSCHUWING
De veiligheid en de doeltreffendheid van de beademingstherapie en de alarminstellingen
moeten voor elk ingeschakeld programma worden gecontroleerd.
Werken met programma's
Het Astral is vooraf ingesteld met één actief programma. Er kunnen extra programma's worden
ingeschakeld. Astral 100 biedt de mogelijkheid voor maximaal twee programma's. Astral 150 biedt de
mogelijkheid voor maximaal vier programma's.
Programma's hebben de mogelijkheid voor andere circuits, beademing en alarminstellingen.
Programma's bieden gemakkelijke patiënttoegang tot diverse apparaatconfiguraties volgens hun
behoefte, zoals slapen, daggebruik, en oefeningen of fysiotherapie. Een lijst van opties is beschikbaar
zodat ieder programma een overeenkomstige naam kan krijgen. Nadat ze zijn geconfigureerd, kunnen
ingeschakelde programma's in het beginscherm van de patiëntmodus worden geselecteerd.
Bij het configureren van ieder nieuw programma, het juiste circuit verbinden en een circuittest
uitvoeren.
Extra programma's in-/uitschakelen:
1. Open de klinische modus.
2. Selecteer in het hoofdmenu Opstelling het submenu Programma's.
3. Schakel extra programma's in door op de schuifknop te drukken.
NB: Het huidige actieve programma is oranje gemarkeerd en kan niet worden uitgeschakeld.
Gebruik van het Astral device
Nederlands
25