PEEP
PEEP-alarmen worden geactiveerd wanneer de parameter voor de gemeten positieve eindexpiratoire
druk (PEEP) de overeenkomstige alarminstelling overschrijdt. Wanneer ventilatie start, of na wijziging
van een PEEP-instelling, worden PEEP-alarmen tijdelijk uitgeschakeld totdat:
•
de gemeten PEEP gedurende drie opeenvolgende ademhalingen binnen 2 cm H
PEEP-instellingen is of
•
er 30 seconden verstreken zijn.
PEEP-alarmen kunnen worden veroorzaakt door:
•
ontkoppeling van het circuit
•
hoge lekkage
•
fout van het apparaat
•
obstructie
Alarm
Wordt geactiveerd wanneer
Lage PEEP
De gemeten PEEP is minder dan 2 cm H
gelijk aan de ingestelde PEEP-ventilatie gedurende 10
opeenvolgende ademhalingen.
Hoge PEEP
De gemeten PEEP is meer dan 2 cm H
PEEP-instelling gedurende 10 opeenvolgende
ademhalingen.
Alarmen van het ademhalingscircuit
Alarmen van het ademhalingscircuit detecteren ongewenste situaties in het ademhalingscircuit of de
configuratie van het circuit.
Alarmen van het ademhalingscircuit kunnen worden geactiveerd in situaties met:
•
Hoge lekkage
•
NV-masker/Rebreathing
•
Flow-sensor niet gekalibreerd
•
Onjuiste configuratie van het circuit
•
Circuitontkoppeling
Hoge lekkage
Alarm
Wordt geactiveerd wanneer
Hoge lekkage
het verschil tussen MVe en MVi meer is dan het
ingestelde Lekkagealarm gedurende een periode van 10
(dubbele slang)
seconden.
Hoge lekkage
het geschatte onopzettelijke lek meer bedraagt dan het
ingestelde Lekkagealarm gedurende een periode van 20
(enkele slang met
opzettelijk lek)
seconden.
Alarminstellingen en -situaties
Alarminstelling
O lager dan of
Lage PEEP
2
Uit, Aan [Aan]
O hoger dan de
n.v.t.
2
Alarminstelling
Uit, 20 tot 80 [Uit] (%)
5 tot 80, Uit [40] (l/min)
O van de
2
Nederlands
127