Het ontkoppelingsalarm testen
Het ontkoppelingsalarm moet worden getest met gebruik van een representatieve configuratie van
het ademhalingscircuit, de zuurstofflow het circuit in (indien van toepassing) en de uiteindelijke
ventilatie-instellingen.
Het voor het testen van het alarm gebruikte circuit moet de patiëntinterface omvatten (bv.
tracheostomietube / endotracheale tube / masker / mondstuk) om de situatie te simuleren wanneer
de patiëntinterface per ongeluk losraakt van de patiënt. Deze ontkoppeling is voor een ventilator
moeilijker te detecteren dan een ontkoppeling op een andere plaats in het circuit.
Overweeg bij een invasieve interface om de test uit te voeren met een tracheale tube die één maat
kleiner is dan de tube van de patiënt. Zo controleert u of ontkoppeling ook nog wordt gedetecteerd als
de circuitweerstand iets toeneemt, bijvoorbeeld ten gevolge van uitscheidingen in de canule.
Alarm
Ontkoppeling
Testprocedure
1.
Zorg dat het patiënttype en het interfacetype correct zijn geconfigureerd.
2.
Start de ventilatie en wacht enkele cycli tot de ventilatie gestabiliseerd
is.
3.
Koppel het gehele circuit los (met inbegrip van de patiëntinterface, d.w.z.
masker, tracheale tube, mondstuk) en controleer dan of het/de voor het
detecteren van circuitontkoppeling geconfigureerde alarm(en)
wordt/worden geactiveerd.
4.
Als het ontkoppelingsalarm niet klinkt, moeten de alarmparameters
misschien worden aangepast. Zie Het ontkoppelingsalarm aanpassen (zie
pagina 116).
De alarmen testen
Nederlands
123