Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Meting Van Geleverde Zuurstof; Een Vernevelaar Aansluiten - ResMed Astral Series Handleiding

Voor de arts
Verberg thumbnails Zie ook voor Astral Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

De componenten voor extra zuurstof verwijderen
1. Ontgrendel de zuurstofinlaat voor lage flow aan de achterzijde van het apparaat door de
vergrendelklem omhoog te duwen.
2. Verwijder de zuurstoftoevoerslang uit de lage zuurstofconnectorpoort.

Meting van geleverde zuurstof

De FiO
-sensor zit standaard op de Astral 150 en is een optionele accessoire op de Astral 100. De
2
sensor meet het gemiddelde percentage zuurstof afgegeven aan het circuit door de inademslang.
monitor te gebruiken, dient een circuittest uitgevoerd om de sensor te ijken.
Vooraleer de FiO
2
Herhaal de kalibratie op regelmatige tijdstippen en minstens iedere drie maanden.
NB: Het kan tot 30 minuten duren vooraleer de FiO
nauwkeurigheid tonen nadat het apparaat na UIT-stand ingeschakeld werd of wanneer alle
stroombronindicatoren uit staan.
De FiO
-sensorprestaties kunnen negatief beïnvloed worden door relatieve vochtigheid, condensatie
2
op de sensor of door een mengsel van onbekende gassen.
WAARSCHUWING
De Astral mag niet op zijn kant worden geplaatst, omdat de nauwkeurigheid van de
FiO
-metingen hierdoor kan worden beïnvloed.
2

Een vernevelaar aansluiten

Zo nodig kan een vernevelaar in combinatie met de Astral worden gebruikt. ResMed beveelt de
vernevelingsproducten van Aerogen
mechanische ventilatoren worden gebruikt zonder dat wijziging van ventilatorparameters of
onderbreking van de ventilatie nodig is.
WAARSCHUWING
Sluit ter bescherming van het Astral-apparaat altijd zowel op de inademingspoort als op de
uitademingsinlaat van het apparaat een antibacterieel filter aan.
Controleer het antibacteriële filter en het uitademingsventiel regelmatig op tekenen van
vocht of andere verontreiniging, vooral tijdens verneveling of bevochtiging. Als dit niet
gebeurt, kan dit leiden tot verhoogde weerstand van het ademhalingssysteem en/of
onnauwkeurigheden in de meting van het uitgeademde gas.
Gebruik de vernevelaar alleen als het apparaat bezig is met beademen. Als de ventilatie
gestopt is, moet u de vernevelaar uitschakelen.
Gebruik van een gasstraalvernevelaar kan de nauwkeurigheid van de ventilator
beïnvloeden. Bewaak de patiënt en compenseer indien van toepassing voor het gasvolume
dat door de gasstraalvernevelaar is geïntroduceerd.
Zie voor uitgebreide informatie over het gebruik van een vernevelaar de
gebruikershandleiding bij dat apparaat.
sensorgegevens de gespecificeerde
2
aan; deze kunnen inline met standaardventilatorcircuits en
®
Accessoires
Nederlands
57

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Astral 100Astral 150

Inhoudsopgave