Parameterbeschrijving
3.6 Parameters: 4-** Begr./waarsch.
3.6.1 4-1* Motorbegr.
Definieer de koppel-, stroom- en snelheidsbegrenzingen
voor de motor en de reactie van de frequentieomvormer
wanneer de begrenzingen worden overschreden.
Een begrenzing kan een melding op het display genereren.
Een waarschuwing genereert altijd een melding op het
display of op de veldbus. Een bewakingsfunctie kan zorgen
voor een waarschuwing of een uitschakeling (trip), waarna
de frequentieomvormer zal stoppen en een alarmmelding
zal genereren.
4-10 Draairichting motor
Option:
Functie:
Stel de gewenste draairichting(en) van de motor
in. Gebruik deze parameter om ongewenste
omkering te voorkomen. Wanneer 1-00 Configu-
ratiemodus is ingesteld op Proces [3] is
4-10 Draairichting motor standaard ingesteld op
Rechtsom [0]. De instelling in 4-10 Draairichting
motor beperkt de instelmogelijkheden voor
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] niet.
[0] Rechtsom
De referentie wordt ingesteld op rechtsom
draaien. De omkeeringang (standaard klem 19)
moet geopend zijn.
[1] Linksom
De referentie wordt ingesteld op linksom
draaien. De omkeeringang (standaard klem 19)
moet gesloten zijn. Als omkeren nodig is
wanneer de 'Omkeer'-ingang geopend is, kan de
draairichting van de motor worden gewijzigd
via 1-06 Richting rechtsom.
[2] Bidirec-
De motor kan in beide richtingen draaien.
tioneel
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM]
Range:
Functie:
Size
[ 0 - par.
Stel de lage begrenzing voor de
related
4-13 RPM]
motorsnelheid in. Motorsnelh. lage begr.
*
kan worden ingesteld op de door de
fabrikant aanbevolen minimale
motorsnelheid. Motorsnelh. lage begr.
mag de instelling in 4-13 Motorsnelh.
hoge begr. [RPM] niet overschrijden.
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]
Range:
Functie:
Size
[ 0 - par.
Stel de lage begrenzing voor de
related
4-14 Hz]
motorsnelheid in. De lage begrenzing
*
voor de motorsnelheid kan worden
®
VLT
AutomationDrive Programmeerhandleiding
®
MG33MF10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]
Range:
Functie:
ingesteld op een waarde die
overeenkomt met de minimale uitgangs-
frequentie van de motoras. Motorsnelh.
lage begr. mag de instelling in
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] niet
overschrijden.
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
Range:
Functie:
Size
[ par. 4-11
Voer de hoge begrenzing voor de
related
- 60000
motorsnelheid in. De Motorsnelh. hoge
*
RPM]
begr. kan worden ingesteld op de door
de fabrikant aanbevolen maximale
nominale motorsnelheid. De hoge
begrenzing voor de motorsnelheid
moet hoger zijn dan de instelling in
4-11 Motorsnelh. lage begr. [RPM].
NB
De maximale uitgangsfrequentie mag niet hoger zijn dan
10% van de schakelfrequentie van de omvormer
(14-01 Schakelfrequentie).
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
Range:
Functie:
Size
[ par.
Voer de hoge begrenzing voor de
related
4-12 -
motorsnelheid in. De hoge begrenzing voor
*
par.
de motorsnelheid kan worden ingesteld
4-19 Hz]
overeenkomstig het door de fabrikant
aanbevolen maximum van de motoras. De
hoge begrenzing voor de motorsnelheid
moet hoger zijn dan de instelling in
4-12 Motorsnelh. lage begr. [Hz]. Alleen
4-13 Motorsnelh. hoge begr. [RPM] of
4-14 Motorsnelh. hoge begr. [Hz] zal worden
weergegeven; dit hangt af van andere
parameters die zijn ingesteld in het
Hoofdmenu en de standaardinstellingen die
worden bepaald door de ingestelde
geografische regio.
NB
De maximale uitgangsfrequentie mag niet hoger zijn dan
10% van de schakelfrequentie van de omvormer
(14-01 Schakelfrequentie).
4-16 Koppelbegrenzing motormodus
Range:
Size related
[ 0 - 1000%]
*
Afhankelijk van
[Afhankelijk van
de toepassing
de toepassing]
*
3
Functie:
Deze functie beperkt
het koppel op de as om
de mechanische
installatie te
beschermen.
69
3