Parameterbeschrijving
1-02 Flux motorterugk.bron
Option:
Functie:
[2] MCB 102
Encodermoduleoptie die kan worden geconfi-
gureerd in parametergroep 17-1*
Alleen FC 302.
[3] MCB 103
Optionele resolverinterfacemodule die kan
worden geconfigureerd in parametergroep
17-5*.
[4] MCO
Encoderinterface 1 van de optionele, program-
encoder 1
meerbare bewegingsregelaar MCO 305.
[5] MCO
Encoderinterface 2 van de optionele, program-
encoder 2
meerbare bewegingsregelaar MCO 305.
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
1-03 Koppelkarakteristiek
Option:
Functie:
Selecteer de vereiste koppelkarakteristiek.
VT en AEO zijn beide energiebesparende functies.
[0] Constant
Het afgegeven motorasvermogen produceert een
koppel
constant koppel bij een variabele snelheidsre-
geling.
[1] Variabel
Het motorasvermogen produceert een variabel
koppel
koppel bij een variabele snelheidsregeling. Stel
het variabele koppelniveau in 14-40 VT-niveau in.
[2] Auto
Zorgt voor een automatische optimalisatie van
Energie
het energieverbruik door de magnetisering en de
Optim.
frequentie te minimaliseren via 14-41 Min.
magnetisering AEO en 14-42 Min. AEO-frequentie.
[5] Constant
De functie levert een constant vermogen in een
Power
veldverzwakkingsgebied.
De koppelvorm van de motormodus wordt
gebruikt als een begrenzing in de genera-
tormodus. Dit dient om het vermogen in de
generatormodus te beperken, omdat deze anders
aanzienlijk hoger wordt dan in de motormodus,
vanwege de hoge DC-tussenkringspanning die
beschikbaar is in de generatormodus.
P as W = ω mech rad / s × T Nm
Deze relatie met het constante vermogen wordt
geïllustreerd in de volgende grafiek:
T[Nm]
T
nom
P
nom
Afbeelding 3.5
®
VLT
AutomationDrive Programmeerhandleiding
P[W]
P
T
ω
2ω
ω [rad/S]
nom
nom
®
MG33MF10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
1-04 Overspanningsmodus
Option:
Functie:
[0] Hoog koppel
Staat een overkoppel tot 160% toe.
[1] Normaal koppel Voor overgedimensioneerde motoren –
staat een overkoppel tot 110% toe.
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
1-05 Configuratie lokale modus
Option:
Functie:
Stel in welke toepassingsconfiguratiemodus
(1-00 Configuratiemodus), d.w.z. welk toepas-
singsbesturingsprincipe, moet worden
gebruikt wanneer een lokale (LCP) referentie
actief is. Een lokale referentie kan alleen
actief zijn als 3-13 Referentieplaats is ingesteld
op [0] of [2]. Standaard is de lokale referentie
alleen actief in de handmodus.
[0] Snelheid open
lus
[1] Snelheid gesl.
lus
[2] Als modus par
1-00
1-06 Richting rechtsom
Deze parameter definieert de term 'Rechtsom' die betrekking
heeft op de richtingpijl op het LCP. Is te gebruiken om de
draairichting van de as eenvoudig te wijzigen zonder
motordraden te verwisselen.
Option:
[0]
Normaal
[1]
Geïnverteerd
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
Functie:
De motoras zal rechtsom
draaien wanneer de frequen-
tieomvormer als volgt in
aangesloten: U ⇒ U; V ⇒ V, en
W ⇒ W naar motor.
De motoras zal linksom
draaien wanneer de frequen-
tieomvormer als volgt in
aangesloten: U ⇒ U; V⇒V, en
W⇒ W naar motor.
35
3
3